17 september 2011 – 29 september 2011
We gaan weer op safari!
We gaan weer op safari!
Na iets meer dan drie jaar is het zover, we gaan weer op reis, uiteraard weer met Kasa, onze 34 jaar oude brandweertruck.
Dat we weer naar Afrika wilden gaan stond redelijk vast, al hebben we begin dit jaar, met de revolutie in Egypte ook wel gespeeld met de gedachte om te verschepen naar Noord- of Zuid-Amerika. Maar toen de situatie in Egypte weer stabiel werd hebben we onze zinnen weer gezet op Afrika. Gewoonweg omdat een prachtig continent is en onze auto daar helemaal perfect voor geschikt is. We hebben ook gedacht om weer via de westkant van Afrika naar beneden te rijden maar omdat onze tijd deze keer wat beperkt is, ‘slechts’ tien maanden en we vanwege het vele schoolwerk minder willen rijden dan de vorige reis lag de Oost-route meer voor de hand. Omdat de situatie in Syrië nog erg onstabiel is hebben we ook besloten te verschepen van Griekenland naar Alexandrië. Een ribje uit ons lijf met als grote nadeel dat we de auto een week zullen moeten missen. Aan de andere kant levert het ook veel tijdwinst op omdat we niet helemaal via Turkije, Syrië, Jordanië en de Sinaï hoeven te rijden.
Vertrek
Na de gebruikelijke stress met voorbereidingen met school, de auto, het huis (geschikt maken voor de verhuur), afscheidsfeestjes, etc. zijn we dan eindelijk zo ver om te vertrekken. Na de laatste dingetjes regelen, de auto smeren, de geleende satelliettelefoon testen, etc en de taart opeten ter gelegenheid van Opa’s 78e verjaardag vertrekken we 17 september om drie uur ‘s middags uit Lage Zwaluwe.
Als de traantjes gedroogd zijn en we op de snelweg richting België rijden komt het besef pas echt. We zijn weg! Een nieuw avontuur kan gaan beginnen. Net als de vogels gaan we een jaartje in Afrika overwinteren. Een jaar lang weg van sleur en regelmaat, elke beslissing over welke kant we oprijden, welke afslag we nemen, waar we stoppen bepalen we helemaal zelf. Het zal bepalen wat we gaan beleven.
Fout van garage bij oliewissel
We snorren richting de Ardennen en horen dat alles goed klinkt. De versnellingsbak is er de afgelopen weken namelijk twee keer onderuit geweest omdat de garage aan wie we gevraagd hadden de olie te verversen een ongelofelijk stomme fout had gemaakt en nog erger, daar niets over tegen ons heeft gezegd. In plaats van de olie vuldop los te draaien hebben ze een bout losgedraaid waaraan de schakelbeugel hangt t.b.v. de achteruitversnelling. Daarna hebben ze eerst nog geprobeerd met geweld de bout er weer in te draaien waardoor de stang verbogen is. Dat lukte dus niet en daarom ging de bak er onderuit. Geen klein klusje een versnellingsbak van 110kg er onderuithalen, de deksel er af, de boel weer in elkaar zetten en terugplaatsen. Vervolgens krijgen we na weken wachten de auto pas terug en we merken meteen dat er wat mis is. De bak ratelt in zijn vrij als een oude koffiemolen en is alleen met heel veel moeite in zijn achteruit te krijgen. De garage zegt dat ze het ook niet snappen en verwijten ons min of meer dat we zo’n oude auto bij hen gebracht hebben. Het enige wat ik kan bedenken is dat er de verkeerde olie in is gedaan. Ze vervangen de olie door de voorgeschreven olie maar dat leverde ook geen verbetering op. Balen natuurlijk en je vraagt je af of je zo wel de woestijn in kan gaan…
Totdat Pier van Twiga Travelcars, (zie links) er ook eens goed naar kijkt en zegt: die bak is net er onderuit geweest, te zien aan de nieuwe vloeibare pakking. Afijn om een lang verhaal kort te maken, Pier en ik hebben de bak er onderuit gehaald, laten repareren bij Truck Parts in Amersfoort en we hebben de bak weer teruggeplaatst. Ondertussen uiteraard de garage met deze feiten geconfronteerd die daarna toegaven dat ze inderdaad een fout hadden gemaakt. Dat kan elke garage gebeuren (hoewel, met olie verversen??) maar het ergste is natuurlijk dat ze het voor ons verzwegen hebben en ons naar Afrika gestuurd hadden met een voor 80% ingescheurde schakelstang. Als die afgebroken was, wat zeker gebeurd was, en tussen de draaiende tandwielen beland was, was het einde versnellingsbak en misschien wel einde reis geweest.
De garage heeft de financiële schade weliswaar vergoed maar het heeft ons weken van onzekerheid en stress opgeleverd. Uiteindelijk koste het hele incident twee maanden! De les die wij weer hieruit geleerd hebben is dat we dit soort doodsimpele dingen gewoon zelf moeten doen of gewoon in Afrika onderweg waar elke monteur (en dat zijn ook niet altijd de slimste) tenminste wel weet hoe je olie moet verversen.
Over de Alpen naar Italië
De eerste nacht slapen we op een parkeerplaats vlak bij de grotten van Han, in de Belgische Ardennen. We eten Belgische frieten in het plaatselijke café, en omdat ook het Wifi-tijdperk is aangebroken kunnen Pieter en Janne meteen de eerste avond al hun berichtjes posten op Facebook en Hyves. Jaja, zo ver zijn wij nog niet hoor. De volgende dag rijden we naar Luxemburg om beide dieseltanks af te toppen zodat we zonder verder te tanken naar Ancona kunnen rijden waar we de ferry naar Griekenland zullen nemen. Het wordt een lange reisdag. Via Frankrijk rijden we naar Basel en ’s avonds om een uur of negen als het net donker is stoppen we even voorbij de Gotthardtunnel op een parkeerplaats langs de snelweg. Op de Alpen die we dan alweer achter ons hebben liggen zien we al aardig wat sneeuw liggen. De winter lijkt hier al ingezet te zijn. De volgende dag dalen we af richting de Po vlakte en komen de temperaturen eindelijk een beetje in de richting waarop we na die geweldige Nederlandse zomer al maanden zitten te wachten. De truien kunnen uit en de raampjes kunnen open. Eigenlijk is het vanaf Milaan naar Ancona één lange recht vlakke, maar wel drukke tolweg waar we lekker kunnen doorrijden. Aan het eind van de middag bereiken we Ancona waar we meteen doorrijden naar de haven. Helaas is er vandaag geen boot meer naar Griekenland maar de volgende middag om 14.00 kunnen we mee met een boot naar Patras. We parkeren in de vissershaven naast een failliete pizzeria en gaan een beetje uitrusten en eten maken. Aan het begin van de avond krijgen we nog een enorme onweersbui over ons heen maar binnen in ons huisje is het heerlijk droog.
School!
Voordat we ons de volgende dag inschepen hebben de kinderen hun eerste echte reis-lesdag. In de afgelopen weken hebben ze thuis ook al het een en ander aan school gedaan, maar nu gaat het echt beginnen. Voor Stijn gebruiken we net als bij de vorige reis het lesprogramma van de Wereldschool en voor Pieter en Janne hebben we de schoolboeken bij ons die in hun eigen klassen worden gebruikt. Via hun school hebben we alle proefwerken bij ons zodat we precies weten welke stof behandeld en geleerd moet worden. Die proefwerken zullen we inscannen en opsturen zodat hun eigen leraren ze kunnen nakijken en vergelijken met de andere leerlingen in hun klassen. Het zal een pittige klus worden deze reis, en het succes zal dan ook voor een groot deel afhangen van hun inzet en discipline. Want één ding is zeker, er zal echt gewerkt moeten worden! Jacobine gaat vooral Stijn onder haar hoede nemen en ik zal Pieter en Janne begeleiden. Gelukkig zijn de meeste schoolboeken vergeleken met wat ik me van vroeger kan herinneren goed opgezet en als ze de werkboeken doorwerken kunnen ze eigenlijk heel veel zelfstandig doen.
Overtocht naar Griekenland
Aan het begin van de middag parkeren we Kasa op het achterdek van de Superfast IV. Het grote voordeel van deze ferry is dat je aan boord mag kamperen. Samen met een stuk of vijftien andere campers staan we in de open lucht op het achterdek en hebben daar eigen douches en toiletten. Het begin van de overtocht naar Griekenland begint best ruw, waarschijnlijk nog een staartje van de zware buien van gisteravond en vanochtend en de meeste mensen inclusief een aantal van ons brengen de eerste uren dan ook door in horizontale toestand. Na een paar uur komen we in wat rustiger vaarwater en de rest van de overtocht lijkt alweer wat meer op cruisen. Het schip maakt zijn naam waar en vaart ongelofelijk snel (ruim 50km/u volgens de GPS). Na een rustige nacht varen en een tussenstop in Igoumenitsa waar we bijna niets van merken breekt voor Stijn een moment aan waar hij al weken naar uitkijkt. Hij is namelijk ruim vier weken geleden uit de kersenboom gevallen en heeft daarbij toen zijn pols geknakt. Het was een zogenaamde twijgbreuk en de pols moest dus in het gips. Vandaag is het Prinsjesdag en zijn afkruiskalender is eindelijk helemaal afgestreept. We knippen het gips er af en tot zijn grote opluchting komt er een hele arm en een rechte pols tevoorschijn.
Op grote voet levende genieters
Aan het eind van de morgen bereiken we Patras en zijn we inmiddels iets van duizend kilometer naar het zuiden afgezakt. Dat is goed te merken want het is hier nog volop zomer. Strakblauwe luchten en een graadje of dertig. Ze mogen dan wel torenhoge bergen staatsschuld hebben hier maar dit klimaat moet toch wel een hoop goed maken. De eerste en beste Griek die we ontmoeten aan de wal, een bediende bij een tankstation, begint meteen steen en been te klagen over de financiële status van zijn land. ‘Alles Kaputt’ vertelt hij. Dat zal wel waar zijn, maar ondertussen zit hij een beetje in de schaduw onder een boom te prutsen aan zijn mooie Range Rover terwijl de mensen in Nederland maar werken en werken en proberen de Griekse economie te redden. Het wordt ons al snel duidelijk dat veel Grieken boven hun stand leven of geleefd hebben, net als hun overheid, en dat ze natuurlijk weinig zin hebben om weer een stap terug te doen.
Aan de kust tussen de pensionado’s
Om een beetje bij te komen van alle vertrekstress gaan we eerst maar eens een lekker plekje ergens langs de kust zoeken. In Patras doen we nog wat boodschappen bij de Lidl en rijden dan op goed geluk zuidwaarts naar een camperplaats vlak bij het plaatsje Kastro. We hebben goed gegokt want het is werkelijk een prachtig plekje pal aan het strand waar je de zon in de zee kunt zien zakken tussen een paar eilanden. Er is vlak bij een eenvoudig strandtentje met koud bier en gegrilde visjes en verder is er eigenlijk helemaal niets. Er staan nog een stuk of tien campers met voornamelijk gepensioneerde levensgenieters die eigenlijk niet veel meer doen dan eten, slapen en zonnebaden. Onze dagindeling ziet er toch iets actiever uit. Iedere morgen om half negen komt Christos langs met zijn oude pick-up. Vanuit de laadbak verkoopt hij vers brood, groente en fruit aan alle kampeerders die zich om zijn auto verzameld hebben. Voornamelijk vrouwen want het is een echte Griekse charmeur die de oudere dames die er in hun badpakken vaak toch niet zo heel fraai meer uit zien zo weet in te pakken dat ze weer het idee hebben dat ze jonge prinsessen zijn. Een prima verkoper zeg maar.
Na het ontbijt doen we elke dag een paar uur school in de auto en als het aan het begin van de middag dan echt een beetje te warm gaat worden gaan we naar het strand. De kinderen vermaken zich met snorkelen en body surfen en wij lezen een boekje onder de parasol. En als de zon dan flink gezakt is gaan we douchen op het strand en drinken we een biertje bij Mario, de strandtenteigenaar. Het lijkt wel vakantie! Mario is een Argentijn die al twintig jaar in Griekenland maar nog steeds erg trots is op zijn land. Hij draagt een Argentijns voetbalshirt en herinnert ons maar al te graag aan de nederlaag van Nederland in 1978. Voor de rest is hij wel OK en maakt in ieder geval heerlijk Griekse salades en gegrilde visjes klaar.
Olympia
Na vier dagen relaxen op deze plek wordt het weer tijd om te gaan want de 27e september staat het vertrek gepland van de Grande Scandinavia. Dit schip van Grimaldi Lines gaat als het goed is onze auto van Piraeus, de havenstad van Athene naar Alexandrië, Egypte brengen. We rijden eerst naar het oude Olympia waar in de oudheid gedurende ruim elf eeuwen de Olympische Spelen werden gehouden. We hebben een kleine financiële meevaller want vanwege de Europese dag van de Cultuur of iets dergelijks zijn vandaag alle musea gratis. We bezoeken beide musea bij Olympia en uiteraard de site zelf. Er staat op zich niet zo heel veel overeind meer maar met een beetje fantasie, en dat hebben de kinderen zeker, kun je je voorstellen hoe het er hier ooit uitgezien moet hebben en wat voor geweldig spektakel het geweest moet zijn in die tijd. In het museum is goed te zien hoe Olympia zich in al die jaren ontwikkeld heeft totdat het ergens rond de 4e eeuw na Christus is verwoest door een aardbeving. In het museum is een mooi, bijna bewegend, beeld van de godin Nike te zien waar het bekende schoenenmerk zijn naam vandaan gehaald heeft. Toch zullen er weinig plaatsen in de wereld zijn die meer dan twaalfhonderd jaar achter elkaar gebruikt zijn.
Er zijn nogal wat flauwe bewakers die elk keer als één van de kinderen op een oud brokstuk klimmen fanatiek op hun fluitje blazen om ze er af te jagen. Alsof ze waardevolle kunstschatten aan het vernielen zijn. Als die mensen zouden weten hoe we in Tunesië over oude Romeinse mozaïekvloeren mochten lopen zouden ze allemaal een hartverzakking krijgen.
Corfu, op weg naar Piraeus, de haven van Athene
Vanaf Olympia rijden we dwars over het eiland Corfu over kleine weggetjes richting Tripoli (minder bommen hier). Het is een prachtige route met hoge passen en kleine oude bergdorpjes waar we af en toe capriolen moeten uithalen om bochten te halen om andere vrachtwagens en bussen te passeren. Het heeft voor ons een hoog Corsica gehalte. Hier lopen nog herders met hun kuddes geiten en schapen rond en zie je nog oudjes in klederdracht rondlopen. Probleem is wel dat deze wegen soms niet op onze Garmin staan en we af en toe geen idee hebben of we wel de goede kant op tijden. Als het donker wordt parkeren we de auto ergens op een klein weggetje in de bergen en genieten van onze waarschijnlijk voorlopig laatste koude nacht.
De volgende dag bereiken we het kantoor van de agent van Grimaldi, midden in het centrum van Piraeus. Vanaf hier vertrekken veerboten naar zo’n beetje alle eilanden van Griekenland. We maken de papieren in orde en krijgen te horen dat het schip twee dagen vertraagd is en de 29e aan zal komen. Ook is er een staking van alle ambtenaren in Griekenland de komende twee dagen, inclusie de douane, dus het wordt nog spannend of het allemaal gaat lukken om de auto die dag op de boot te krijgen. We moeten dus nog drie nachten wachten en besluiten naar de camping in Athene te gaan. Athene ligt tegen Piraeus aan dus is het maar een kort ritje door het chaotische verkeer in deze enorme stad, een goede oefening voor straks in Egypte.
Stedentripje
De camping van Athene kost 50 euro per nacht voor ons vijven, belachelijk duur voor een parkeerplekje langs een drukke verkeersweg. Maar ja, het geld moet ergens vandaan komen in dit land en bovendien er is niets anders in een straal van 30 kilometer of zo. Bijkomend voordeel is dat je vanaf hier zo de bus kunt nemen naar het centrum en aangezien die de komende twee dagen gaan staken gaan we meteen de eerste avond de stad. Dat valt echter zwaar tegen. Deze stad is zo onvoorstelbaar uit haar voegen gegroeid dat het verkeer eigenlijk 24 uur per dag overal zo’n beetje overal muurvast staat. De bussen zitten werkelijk stampvol en we moeten ons letterlijk in een bus wurmen om mee te kunnen. En daar sta je dan tussen al die niet zo okselfrisse Grieken met boodschappentassen vol met vis en knoflook in de file in een stampvolle bus. Er leven in deze stad ook nog eens meer dan 600.000 legale en vooral illegale immigranten wat natuurlijk wel kleurrijk is maar het straatbeeld erg triest maakt. Veel bedelaars, verkopers op de weg met Chinese troepjes en overal zwervers die op straat slapen en de vuilnisbakken afstropen.
Als we bij de Akropolis aankomen blijkt die vandaag en de komende dagen dicht te zijn vanwege de ambtenarenstaking. Wat wel leuk is dat er die avond een concert is van de Carmina Burana van Carl Orff en het koor en het orkest net aan het repeteren zijn. En ja, tweeënhalf uur in de bus in de file zitten is ook een belevenis. Stijn heeft bij heel veel oude mannetjes en vrouwtjes op schoot mogen zitten. Arme jongen.
De volgende dag doen we school, een beetje internetten en kleren wassen. De dag vliegt snel om. Intussen kopen we via internet vliegtickets naar Egypte en boeken we alvast een hotel in Cairo. Na twee dagen op deze camping is het maandbudget voor campings wel zo’n beetje op en vertrekken weer richting Piraeus. We brengen de middag door op een schiereiland vlak bij de haven voor de vrachtschepen. Bij een ongebruikt werkhaventje ontmoeten we nog twee Tanzaniaanse mannen die hier de hut van een oud sleepbootje als huis gebruiken. Ze vertellen hier over hun leven en hun dromen. Ze leven hier al jaren en verdienen een beetje geld met schoonmaken van zeeschepen. Ook hier is het tobben met overleven, discriminatie, etc.
Kasa gaat per schip, wij met het vliegruig naar Egypte
Net voor het donker wordt rijden we naar de terminal waar we morgen de auto moeten gaan afleveren. Het staat er helemaal vol met vrachtwagens die ook verscheept zijn of nog moeten worden. We ontmoeten een Griekse chauffeur van Russische afkomst van wie een paar heerlijke verse Tsipura’s (Soort zeebaars) krijgen en aan wie wij een paar biertjes teruggeven. Hij is hier om morgen vis te komen laden van de visfabriek. Echt praten kunnen we niet met elkaar maar met een baar biertjes en veel gebaren komen we een heel eind.
Het door de douane loodsen van de auto de volgende morgen verklaart ook weer aardig waarom de economie hier nog niet zo soepel draait. Het werk wat in ons land door een handjevol douaniers gedaan zou kunnen worden wordt hier uitgevoerd door een heel leger van koffiedrinkende en rokende mannen en vrouwen achter allerlei vage loketjes die van alles zitten op te schrijven maar niet de indruk wekken dat ze echt werken.
Het gebouw is een grote chaos, overal ordners en stapels papier, alles met Griekse letters en iedereen is vooral bezig met elkaar te ouwehoeren. Samen met de man die de agent voor ons heeft geregeld kost het ruim twee uur om de auto door de havenpoort te krijgen! Een ander bijzonderheid is dat hier ons carnet zowel voor import als voor export gestempeld wordt. Ik probeer uit te vinden waarom maar niemand spreekt Engels en ik vind het wel best zolang we maar de auto op de boot krijgen. Uiteindelijk mag ik de auto zelf vlak bij het schip parkeren en moet dan de auto achterlaten met de sleutels in het contact. Toch wel een moeilijk moment waarbij je je afvraagt wanneer en of je je auto weer terugziet en of alles er dan nog in zit. We hebben de cabine helemaal leeg gemaakt en de tussendeur naar de bak vergrendeld en afgesloten. We laten in de cabine alleen een geurdoosje achter dat we gisteren gekregen hebben van de Griekse chauffeur.
We zijn tijdelijk backpackers
Met rugzakken beladen nemen we eerst de bus naar het centrum van Piraeus en vervolgens de trein van Piraeus naar Athene. We laten onze bagage achter in een bagagekluis bij een metrostation in het centrum en gaan nog maar eens proberen de Akropolis te bezoeken. Deze keer is het wel open en wandelen we over het toch wel indrukwekkende bouwwerk uit de Griekse oudheid dat helaas wel voor een groot deel in de steigers staat en omgeven is door kranen. Voor de kinderen is het leukste het glijden op de gladde marmeren stenen wat voor veel oudere bezoekers een ramp is. We zien heel wat mensen struikelen en onderuitgaan.
Na de Akropolis hebben we nog even tijd om de wisseling van de presidentiële garde te zien bij het paleis van de president. Toch wel één van de meest wonderbaarlijkste marcheeroefeningen in de wereld waarschijnlijk enkele honderden jaren geleden bedacht door een mislukte balletdanser die soldaat was geworden.
Na deze belevenis nemen we de metro en trein naar het vliegveld en stijgen een paar uur later op met Egypt Air richting Cairo.
Onze reis door Afrika kan dan echt beginnen..