10 Zuid Afrika

4 februari 2012 – 24 april 2012
Ruim twee maanden genieten


Cairo

Gemakkelijke grenzen Botswana en Zuid Afrika

Als we Zimbabwe verlaten is de grens van Botswana een makkie. We hoeven voor het eerst helemaal niets te betalen en binnen een half uur rijden we de mooie weg naar Francistown op. In drie dagen rijden we door Botswana naar Zuid Afrika. We stoppen twee nachten in Francistown en een nachtje in de hoofdstad Gabarone. Behalve uitgebreide bezoeken aan een paar mooie supermarkten valt er weinig te vertellen over dit overigens één van de welvarendste landen van Afrika. De bedoeling is dat we hier later weer terug zullen komen voor een wat langere tijd.

Ook de grens naar zuid Afrika is ´easy going´ en in de grensplaats Mafikeng aangekomen gaan we eerst maar eens een nieuwe telefoonkaart kopen zodat we de komende tijd overal kunnen internetten. Voor ongeveer 28 euro kan je hier 1Gb data kopen op een prepaid kaartje. Daar kun je wel even mee vooruit. Er blijkt geen camping te zijn maar na wat heen en weer gepraat in ons beste Afrikaans mogen we een nachtje bij een scouting kamp staan in het nabijgelegen natuurparkje. De volgende ochtend vertrekken we vroeg richting Vrijburg. Ons reisdoel is het Kgalagadi Transfrontier NP (Voorheen het Gemsbok National Park) aan de zuidkant van de Kalahari woestijn. De weg is prima en we rijden door uitgestrekte graan en zonnebloem velden.

We hebben een probleem

Ook zien we langs de weg veel mijnen die voor een enorme boost zorgen in deze regio, de Noord Kaap. In Vrijburg doen we nog wat laatste inkopen voor de komende week en vetrekken dan verder richting het westen. Echter, een kilometer of veertig voor Kuruman, als we gestopt zijn voor een bakkie koffie, ontdek ik bij het regelmatige inspectierondje rond de auto dat er maar liefst drie bladveren gebroken zijn. Twee bij het rechterachterwiel, één bij het linker achterwiel. Zeker iets te hard gereden over de verkeerdrempel van de Shoprite of zo? We kunnen het niet verklaren maar we hebben duidelijk wel een probleem.

Kuruman is het dichtst bij zijnde stadje dus sukkelen we daar maar voorzichtig heen. Al snel worden we doorverwezen naar de enige garage die iets met trucks doet, een achteraf werkplaats gerund door Wim, een grote stevig gebouwde witte Afrikaan. Al snel wordt een plan en een prijs gemaakt en worden de verenpakketten er onderuit gehaald en worden er nieuwe besteld. Die moeten uit Johannesburg komen en dat zal dus even wachten worden.

Elk nadeel heb zijn voordeel

We kunnen op de garage overnachten en het is dus een prima gelegenheid voor de kinderen om weer wat aan school te doen. Ondertussen doe ik wat onderhoud aan de auto en allerlei kleine klusjes. De jongens vinden het garageterrein natuurlijk ook bijzonder interessant en struinen alle autowrakken af. Wim blijkt een geschikte kerel te zijn met één nadeel dat vrijwel alle witten hebben in dit soort uithoeken van Zuid Afrika: ze moeten niets van zwarten hebben en steken dat niet onder stoelen of banken. Dit is nog echt het wilde westen en van integratie is absoluut geen sprake. Feit is natuurlijk dat de witten hier in de minderheid zijn en of ze het nu leuk vinden of niet toch midden in Afrika wonen. Op één of andere manier slaagt iedereen er toch in beschaafd met elkaar te leven al is het in de praktijk nog altijd volkomen gescheiden. Apart zou natuurlijk niet het goede woord zijn maar daar komt het wel op neer. Aparte winkels, aparte woonwijken, doctoren, kerken, noem het maar op. En als er dan problemen zijn kan de bom al snel barsten. Wim blijkt net drie jaar in de cel gezeten te hebben voor een ons niet duidelijke rol bij een staking breking waarbij rassen rellen ontstonden. Als zaterdagmiddag de nieuwe bladveren en schokbrekers gemonteerd zijn organiseren Wim en zijn vrouw nog een braai voor ons op het garage terrein. Erg aardig en heel boeiend. Zoals zo vaak bij reizen ontmoet je juist als je zelf (of de auto) problemen hebt vaak de meest interessante mensen. Elk nadeel heb zijn voordeel.

Boerenoorlogen echt verleden tijd?

Zondagochtend kunnen we dan eindelijk onze reis voortzetten. Via mooie gravelwegen rijden we via Hotazel, Van Zijlsrus langs de Kuruman rivier naar een campsite iets van dertig kilometer ten zuiden van het Kgalagadi. Park. Dit Kalahari Trails Camp wordt gerund door een Iers/Duitse ex biologe die ons de nodige interessante verhalen verteld over haar verleden als onderzoekster in diverse parken in Afrika en nu haar eigen park heef in Zuid Afrika. Ze vertelt ons ook dat ze als Engelstalige hier in deze Afrikaans sprekende boerengemeenschap nauwelijks geaccepteerd wordt en dat het haar lijkt alsof de Boerenoorlogen nog maar net afgelopen zijn. De jongens en ik lopen een rondje over het terrein. Janne gaan niet mee, ze voelt zich voor het eerst deze reis niet lekker en een lymfeklier in haar lies is flink opgezwollen. Het lijkt een reactie op een insectenbeet op haar buik. Even afwachten maar dus.

Kgalagadi National Park

We rijden de volgende ochtend naar de gate en gaan eerst maar eens een Wild Card regelen. Kost iets van 260 euro voor een buitenlands gezin met kinderen maar dan mag je een jaar lang onbeperkt in alle (nationale) wildparken in Zuid Afrika. Behalve de campingkosten uiteraard, die moet je steeds extra betalen. Dat is een hele goede deal vooral als je bedenkt dat we dit in Kenia al bijna per dag moeten betalen! De zes dagen daarna zijn we echt in de wildernis. We slapen weliswaar op prima campings compleet met zwembadjes maar overdag zitten we tussen de antilopen, leeuwen en jachtluipaarden. Het Kgalagadi National Park is anders dan alle andere parken die we tot nog toe gezien hebben. Het is een enorm uitgestrekt woestijngebied waar twee riviertjes doorheen stromen, de Nossob en de Auob die samen komen bij de plaats Tweerivieren. Hoe toepasselijk. De riviertjes stromen door betrekkelijk smalle valleien en dat heeft als voordeel dat het spotten van wild niet al te moeilijk is. We zijn er zes dagen en zin elke dag leeuwen en vrijwel elke dag jachtluipaarden. Werkelijk uniek, We zien een hyenajong dat echt net geboren is, een groep leeuwen een hyena aanvallen, een leeuwin met welpjes, een stel leeuwen paren, het gezamenlijk jagen van twee jachtluipaarden en een jachtluipaard een prooi opeten. We genieten van prachtige zonsopkomsten en zonsondergangen en ontmoeten diverse interessante mensen in het park. Eén er van is een Nederlandse fotograaf die nu zijn werk combineert met reizen. (Link). Met Janne gaat het al die dagen redelijk tot heel goed en we maken ons niet al te druk meer om haar beet.

Mooie zonsondergang

Vanaf het Kgalagadi rijden we naar het zuiden naar Upington. Hier doen we weer wat boodschappen en rijden dan verder richting Kakamas. Hier blijkt echter de brug over de rivier dicht te zijn vanwege een aardbeving al bijna een jaar geleden. Raar toch eigenlijk dat dat nergens op een bord vermeld staat. Maar ja, iedereen weet dat blijkbaar in Zuid Afrika. We horen van mensen dat er een mooie omweg is door de bergen dus dat moeten we maar doen, omdat we toch naar de Augrabies Falls willen. Omdat het al bijna donker wordt gaan we naar een camping in de buurt. Khamkirri blijkt een dure maar prachtig aan de Oranje (Gariep) – rivier gelegen camping te zijn waar de zebra’s, de gnoes en springbokken over het kampeerterrein grazen. We genieten van één van de mooiste zonsondergangen deze reis.

Schokkende ervaring

Intussen is Janne toch weer wat zieker geworden en we beginnen ons nu toch wel een beetje zorgen te maken. Van de manager van de campsite krijgen we het telefoonnummer van doktor Slabbert in Kakamas en we maken een afspraak voor zondagmiddag. We moeten tenslotte toch eerst de hele omweg rijden omdat Kakamas aan de andere kant van de kapotte brug ligt. De omleidingroute is inderdaad geen straf en loopt door één van de mooiste gebieden van Zuid Afrika. Via plaatsjes met prachtige namen als Riemvasmaak en Blouputs rijden we de volgende dag via ruige bergpaden en mooie wegen tussen de wijngaarden aan de oranjerivier naar dokter Slabbert. Vlak voor Kakamas hebben we nog een schokkende ervaring. Er is net even daarvoor een ernstig ongeluk gebeurd. In de greppel ligt een zwaar beschadigde auto waar net de chauffeur uitgetrokken wordt en in de berm zie ik een dood kind liggen van een jaar of vijf. Vreemd geknakt en bebloed lijfje waar we op een meter afstand langs moeten rijden. Ik rijd maar door, er zijn al veel mensen aanwezig. Onze kinderen zien het dode kind niet omdat we er zo vlak langs rijden. Later horen we dat er nog een kind aangereden was en dood langs de weg lag en dat de chauffeur van de auto veel te hard reed en dronken was….

Dokter Slabbert in Kakamas

Bij dokter Slabbert hoort Janne dat ze gebeten is door een Vioolspinnekop, een giftige spin die bij een beet een zuur inspuit waardoor je lichaamscellen gaan afsterven. Geen leuk beestje dus en maar goed dat we naar de dokter zijn gegaan. Zelf hadden we ook al aan een antibioticakuur gedacht en dat bleek een juiste gedachte. We krijgen een aangepaste dosering voor haar gewicht mee. Na een paar dagen voelt ze zich weer de oude, er zal echter wel een litteken zichtbaar blijven.

Buiten Kakamas bezoeken we nog net voor sluitingstijd de Oranjerivier wijnkelders wat eigenlijk een enorme fabriek is. Voor een rondleiding zijn we te laat maar we praten gezellig met wat wijnboeren. Allemaal door de zon gebruinde witten met te korte broeken en te grote hoeden, eigenaren van kleine tot enorm grote bedrijven maar die wel allemaal zelf hun oogst naar de fabriek komen brengen. De karren en vrachtwagens worden in hun geheel gekanteld zodat de druiven naar beneden in de persen kunnen.

De weg tussen Kakamas en Pofadder

Op de weg naar het zuiden komen we stil te staan op de plek waar het ernstige ongeluk eerder die dag gebeurd is. De politie heeft de weg afgezet voor remspoor metingen en dergelijke en iedereen wordt tegengehouden. Voor en achter ons staan een aantal van de wijnboeren die we net gesproken hebben. Ze zijn erg onverschillig, er gebeuren heel vaak dit soort ongelukken zeggen ze en vaak door dronken zwarte bestuurders. In het Afrikaans hoor ze grinnikend tegen elkaar zeggen dat er nu twee toekomstige plukkers minder zijn.

We rijden met een beetje vreemd gevoel verder en bereiken na een klein uurtje rijden de Augrabies watervallen. Het is weer een Nationaal Park waar we met onze Wild Card terecht kunnen. Helaas zit het weer niet echt mee maar het blijft toch een indrukwekkend gezicht als een grote rivier naar beneden valt. En dat is de Oranje rivier zeker, hij ontspringt helemaal in Lesotho. Bij de lodge ontmoeten we nog twee Duitsers die een nieuw type automatische versnellingsbak van een spiksplinternieuwe Rolls Royce aan het testen zijn. Vanaf heel de wereld laten autofabrikanten hier hun auto’s testen bij hoge temperaturen. Voor dit doel is de weg tussen Kakamas en Pofadder vrijgegeven. Over dit stuk van 250 km mogen auto’s met vergunning zo hard rijden als ze willen. De volgende dag maken de jongens en ik nog een wandeling door het park. Janne voelt zich nog niet sterk genoeg en blijft met Bien bij de auto. Na de watervallen heeft de Oranje rivier een diepe kloof gevormd waarboven langs je prachtig kunt wandelen.

Namakwaland, gravelwegen over eindeloze vlakten

Vanaf de Augrabies watervallen rijden we de volgende dagen door een desolaat semi-woestijn gebied naar het zuiden richting de Kaap. Via mooie plaatsen met namen als Pofadder, Houmoed en Loerisfontein rijden we via gravelwegen over eindeloze vlakten met heel af en toe een paar huizen en een windmolen. Regelmatig moeten we zelf een hek open doen en weer sluiten om verder te kunnen rijden. Vanaf Loeriesfontein wordt het landschap wat bergachtiger en komen er ook weer wat meer vruchtbaardere valleien. Via de Bushmans Kloof pas bereiken we na drie dagen dan de Olifantsrivier onder aan de prachtige Cederbergen.

Tweedeling in maatschappij

Tussen de sinaasappel- en citroenenbomen vinden we een kleine campsite (Umkhoo Backpackers) waar we een paar dagen blijven staan. Het is een schitterende plek met veel bomen, vogels, een klein pooltje en heuvels achter de boomgaarden waar rotstekeningen van Bushman te vinden zijn. De kinderen doen een paar dagen school en geïnspireerd door de windmolens in the Northern Cape zijn ze zelf ook windmolentjes aan het bouwen. Met behulp van ouder computerventilatortjes wekken ze een beetje stroom op om een klein Ledlampje te laten branden. Een gepensioneerde Engelse schoolmeester die hier bij de backpackers logeert en een paar maanden als vrijwilliger les geeft op de lokale school vindt dit zo leuk dat de hij en de hoofdmeester de volgende dag langs komen met hun klassen. We vertellen de klas een beetje over elektriciteit en windmolens en uiteraard over onze reis. Als dank zingen ze een paar mooie liedjes en het Zuid-Afrikaanse volkslied voor ons. Zoals zo vaak krijgen we de indruk dat ze beter kunnen zingen dan hun lessen onthouden want echt veel kennis lijken ze niet te hebben. Deze kinderen zijn toch al een jaar of veertien maar hebben geen idee welk landen er ten noorden van Zuid Afrika liggen. De schoolmeester legt ons uit dat het grootste probleem hier alcoholmisbruik van de ouders is. Al het geld gaat op aan alcohol, vaak zijn er sociale wantoestanden thuis en veel kinderen krijgen ook geen goed eten, waardoor ook de hersenen niet goed ontwikkelen. Tel daarbij op het matige onderwijs, slechte boeken, en ongemotiveerde ouders en je begrijpt dat het nog erg lang kan gaan duren voordat deze mensen op gelijkwaardig niveau kunnen leven als ons Europeanen.

Gelukkig zijn er ook veel uitzonderingen waaronder de eigenaar van de backpackers. Zelf een kleurling en een ex chef van een bekend restaurant heeft hij deze backpackers een paar jaar geleden gekocht en runt dat uitstekend. We hebben een paar goede gesprekken met hem maar horen bijvoorbeeld ook dat hij in de twee jaar dat hij hier nu woont en werkt nog nooit is uitgenodigd of benaderd door één van zijn witte buren.

Theresa

Vanaf Citrusdal rijden we naar Kaapstad. Voelt net als de vorige reis toch een beetje aan als de eindbestemming en we zijn allemaal enthousiast als we de Tafelberg aan de horizon zien verschijnen. De eerste nacht slapen we op een camping bij Kommetjie aan de Atlantische Oceaan zijde maar deze is erg duur en vol met gezinnen met jonge dreinende kinderen. Die tijd hebben we wel gehad. 

We rijden op goed geluk naar Kalkbay, aan de andere kant van de kaap, waar Theresa woont op die we al kennen sinds onze huwelijksreis in 1993. Theresa is een energiek prachtmens en heeft eenleuk restaurantje in het populaire toeristische stadje. Als we haar op straat toevallig tegenkomen (we herkennen de stokoude Mercedes waarin ze nog altijd rijdt) herkent zij ons ook onmiddellijk en is het meteen een gezellig weerzien. Zij weet een camping op loopafstand in Fishhoek waar ook appartementen verhuurd worden. Dat komt goed uit want we verwachten over een paar dagen Rietje en Piet, oma en opa, die ons een paar weekjes komen opzoeken.

 

Drooggelegd in Zuid Afrika

We reserveren alvast een appartement voor Rietje en Piet en gaan zelf op de camping staan. Het is aan het strand vlak bij het dorp waar alles te koop is behalve alcohol. Hebben wij weer. Zijn we beland in het enige drooggelegde dorp van heel Zuid Afrika, dit vanwege een oude regel van een vroegere landeigenaar die blijkbaar niet gewijzigd kan worden. Zondags zijn we uitgenodigd voor een lunch bij Thereas thuis. Omdat ze zelf een restaurant heeft en dus bijna altijd ’s avonds moet werken nodigt ze bijna alle zondagen vrienden uit voor een lunch. Het is een heerlijke lunch op haar veranda met vis, garnalen, salades en lekkere witte wijn en gezellige mensen. Helemaal goed dus.

Opa en oma op bezoek

Maandagochtend, op Stijn’s verjaardag, pikken we Rietje en Piet op bij hun hotel in Kaapstad. Uiteraard een heel leuk weerzien en er valt heel wat te vertellen. We parkeren Kasa bij de Tuinen van de Compagnie en gaan in dit park eerst maar eens koffie drinken en taart eten om Stijn’s verjaardag te vieren. Voor Stijn moeten we uiteraard zingen en zijn er natuurlijk cadeautjes. Omdat we toch in de stad zijn lopen we nog een rondje bij het bekende toeristische Waterfront, een uitgaans- en winkelgebied rond de oude havens.

Fishhoek en een grote witte haai

Eénmaal terug in Fishhoek installeren we opa en oma in hun grote appartement waar elke nacht één van de kinderen gaat logeren. Ze kunnen hier een beetje acclimatiseren en de bleke Hollandse huid laten wennen aan de felle zon hier. Het zeewater is niet al te koud maar het probleem is wel dat er regelmatig een grote witte haai door de baai zwemt die af en toe bij iemand een been opeet en zelfs al mensen gedood heeft. Toch weer een nieuw aspect aan het strandleven zeg maar. Er zijn de hele dag sharkwatchers in de weer en aan de kleur van de vlaggen kun je zien hoe veilig het is. Op een ochtend als we aan het bodysurfen zijn gaat er opeens een sirene en zien we iedereen het water uit sprinten. Tsjee, tijd om er ook maar uit te gaan. Weken later lezen we in de krant dat de haai gevangen is nadat hij verstrikt was geraakt in netten van vissers. Echt een enorm beest van een meter of zeven lang.

Geluksgevoel en domper bij Kaap de Goede Hoop

Met zijn allen gaan we een dagje over de kaap toeren. Als eerste gaan we de pinguïns bekijken bij Simonstown en gaan we daarna naar de meest zuidwestelijke punt van Afrika: ‘Kaap de Goede Hoop’.  We parkeren Kasa naast het bekende bord met Kaap de Goede Hoop en maken volop foto’s. Er zijn hier ook veel Chinese toeristen die allemaal weer met ons op de foto willen. Dat wij ook weer een attractie zijn is ook weer een nieuw aspect aan het reizen waar we aan moeten wennen. Domper van de dag is dat we juist op dat moment een boete krijgen omdat we voor de foto naast de weg staan geparkeerd. Het is hier een Nationaal Park en blijkbaar verwoesten we plantjes of iets dergelijks terwijl over hetzelfde paadje dagelijks honderden mensen lopen. De parkwachter wil blijkbaar zijn gezag doen gelden en is onvermurwbaar. Hij schrijft een boete uit van 500 Rand (zeg 50 euro) die we bij een politiepost moeten gaan betalen. Hij geeft echter zelf al aan dat we niet hoeven te betalen en ook van andere mensen horen we dat bijna niemand hier zijn boetes betaald. Nou wij dan ook niet natuurlijk. Gelukkig zijn de foto’s wel leuk en hebben toch maar weer dit bijzondere punt bereikt.

Kosta en Katrijn komen ook nog een avondje langs op de camping in Fish Hoek, ook zij krijgen bezoek en willen voor een paar weken naar Namibië.  Helaas is het erg koud en winderig die avond maar het is toch erg leuk om weer de laatste verhalen uit te wisselen. We hebben hun voor het laatst met oud en nieuw gezien in Tanzania.

Een vakantie binnen een reis

De twee volgende weken hebben we een heerlijke relaxte tijd met zijn allen. We reizen niet al te veel en doen het rustig aan. We wandelen een beetje, veel boeken lezen, winkelen en lekker braaien. Meestal vinden we voor opa en oma een appartementje bij een camping maar Bien en ik hebben ook een paar nachtjes in een tentje geslapen terwijl opa en oma in ons bed in de auto sliepen. De kinderen doen deze weken aardig wat aan school en de jongens genieten van de bak Lego die opa en oma meegenomen hebben uit Nederland. Die hadden ze niet meegenomen van thuis maar daar hadden ze achteraf dus spijt van gekregen. Janne heeft zich gestort op het rijgen van kralen en maakt de ene na de andere ketting. Na Fishhoek staan we een paar dagen aan het strand bij Langebaan en reizen daarna naar het mooie Ceres, bekend van de vruchtensappen, en een paar dagen later via de mooie Bainskloofpas naar de wijnstreek rond Paarl en Stellenbosch. Daar blijven we een paar dagen en bezoeken we verschillende beroemde wijngaarden waaronder Nederburg, Bosch en Dal, Blaauwklippen en Delaire. Vooral de laatste, gelegen op de Helshoogte pas tussen Stellenbosch en Franschhoek vinden we heel bijzonder. Dit keer niet een traditionele oud Kaap-Hollands kasteelboerderij maar een modern complex met heel veel architectuur, kunst, live pianomuziek, prachtige tuinen en magnifiek uitzicht.

De laatste dagen van onze rondreis met opa en oma brengen we weer door in Fishhoek. We rijden vanaf Stellenbosch naar Fish Hoek en passeren de indrukwekkende sloppenwijk Kayelitsha. Armoedig, treurig en een enorm groot contrast met de schoonheid van de aangrenzende prachtige baai.

Robbeneiland en afscheid van opa en oma

We huren hetzelfde appartement weer. We gaan voor een tweede keer uit eten bij Theresa in Kalkbay. Het heerlijke is dat we hier ‘s avonds over het strand terug kunnen lopen.  Opa en oma zijn inmiddels bruiner dan wij en hebben echt genoten van dit bezoek. De laatste dag gaan we nog naar Robbeneiland, bekend omdat dit het gevangeniseiland voor de kust van Kaapstad was waar onder andere Nelson Mandela jaren en jaren gevangen heeft gezeten en stiekem zijn boek ‘Cry for freedom’ heeft geschreven. Het is indrukwekkend om de verschillende plaatsen op het eiland te zien terwijl je wordt rondgeleid door ex-gevangenen. Onze gids is een geweldige vent die mooi kan vertellen over het eiland dat niet alleen een gevangeniseiland is geweest maar al sinds de VOC tijd bewoond is door allerlei mensen. Na afloop van de excursie drinken we nog een biertje en eten een hamburger op een terras aan het Waterfront. Daarna is het echt tijd om Rietje en Piet naar het vliegveld te brengen. Het is nooit leuk om weer afscheid te moeten nemen maar over vier maanden hopen we weer thuis te zijn en zien we elkaar weer.

Tafelberg beklimmen

Het is een vreemd gevoel om de volgende dag weer met zijn vijven te zijn. Om weer een beetje te wennen blijven we nog een paar dagen staan in Fish Hoek. We gaan de Tafelberg beklimmen wat vooral een overwinning is voor Bien die precies een jaar geleden geopereerd is geweest is aan haar kruisbanden. Het is toch bijna een kilometer steil omhoog klauteren. Boven op de tafelberg is een compleet ander landschap. Een beetje moerasachtig met veel bloemen en mossen. De meeste dagen is deze bergtop in de wolken en daardoor is er een bijzondere natuur. Wij hebben geluk en het is vandaag weliswaar fris maar wel onbewolkt.

Peperduur restaurant

De jongens en ik gaan de volgende dag nog met de trein naar de Marinedagen in Simonstown. We waren hiervoor getipt door onze Syrische buurman op de camping die al dagen Shoarma broden aan het bakken was op een enorme koepelvormig bakplaat volgens de Syrische methode. Dit heeft dus niets te maken met de pitaboordjes die wij shoarma noemen in Nederland. Hij leeft van de verkoop van de in Zuid Afrika nog zeer exotisch zijnde shoarmabroodjes en reist van festival naar festival. In zijn kleine Renault met een enorme aanhanger vol met gasflessen, koelkasten en fornuizen. De open dagen van de Zuid Afrikaanse marine zijn groots opgezet. Alle marineschepen liggen in de haven en er zijn allerlei demonstraties. Leuk voor de boys natuurlijk om te zien hoe ze met helikopters en snelle boten een zogenaamde gekidnapte boot veroveren op piraten. Overigens horen we later dat de vier peperdure in Duitsland gebouwde fregatten al jaren werkeloos in de haven liggen omdat het personeel nog steeds niet goed genoeg opgeleid is. Het enige dat functioneert, is de keuken en het restaurant waar de admiraal elke dag gaat eten. Of het waar is weten we niet maar het is wel een leuk verhaal.

Besluit over de terugreis

De week erna bezoeken we een dag de Mercedes garage in Gordonsbay om wat lekkende askeerringen te vervangen en wat kleine reparaties te laten doen. We slapen een paar nachtjes bij Duncan die vorig jaar in Gordonsbay een overlanders campsite is begonnen. (Link) Hij regelt ook het verschepen van auto’s van en naar Europa. We informeren nog naar de prijzen maar deze zijn voor een truck als de onze zo ontzettend hoog dat we definitief besluiten terug te gaan tijden. De route door Libië schijnt ook weer beperkt open te zijn dus misschien is dat wel de beste optie voor ons. Aan Rietje en Piet hebben we onze paspoorten meegegeven zodat de visumdienst in Nederland visums voor Ethiopië kan gaan regelen.

Ritje op een struisvogel

Vanaf Gordonsbay rijden we de tuinroute via Swellendam en Oudtshoorn naar Port Elisabeth. Het landschap is afwisselend ruig en droog en erg groen en vruchtbaar. In Oudtshoorn, de struisvogelhoofdstad van de wereld bezoeken we uiteraard één van de vele struisvogelfarms. Een leuk uitstapje waar de kinderen allemaal een rondje op een struisvogel mogen rijden. Erg leuk natuurlijk, het blijft een hilarisch gezicht om een mens op een vogel met zo’n rare lange nek en zo’n klein koppie te zien zitten.

Als we Victoriabay, Knysna en Jeffrey’s Bay passeren blijft het maar erg koud en regenachtig en we besluiten maar door te rijden. Jammer, want als het mooi weer is zijn dit enkele van de mooiste plekjes in Zuid Afrika.  In Port Elisabeth moeten we een paar dagen wachten op onze paspoorten die door de visumdienst hier naar DHL gestuurd zullen worden. We vinden een mooi plekje op een camping aan zee en gelukkig knapt het weer na een paar dagen op. Zwemmen is er niet bij in deze ijskoude en wilde zee. We hebben nu wat tijd over om school te doen en wat klusjes aan de auto. We laten onder andere onze gastank weer vullen en kopen een grote nieuwe kist voor op het imperiaal. Van de twee kisten die er op stonden is de halve bodem er onderuit geroest en we waren bang deze anders te gaan verliezen.

Noordwaarts, terug naar Nederland

Maandagochtend zijn dan eindelijk onze paspoorten bij DHL (ze hadden ze eerst naar Capetown gestuurd in plaats van PE). Als we de visums bekijken blijkt dat de Ethiopische ambassade in Brussel ons multiple entry visums voor zes maanden hebben gegeven, helemaal goed dus. Met de paspoorten weer op zak vertrekken we richting Lesotho, een heel bergachtig land dat in Zuid Afrika ligt. Intussen hebben we ook contact gehad met onze vrienden Frank en Mary-Ann uit Maputo en zij hebben het aanstaande weekend een paar dagen gelegenheid om ons te komen bezoeken. We passen ons schema een beetje aan en rijden in een paar dagen naar de Drakensbergen ten noorden van Lesotho. We moeten Lesotho helaas wel overslaan nu maar aangezien het nog altijd koud en regenachtig is, is dit niet zo erg. We praten in de buurt van Ficksburg met een Nederlandse boer die hier een paar jaar geleden is begonnen met zijn akkerbedrijf. De oogsten zijn dit jaar in dit gebied grotendeels mislukt vanwege de droogte van de afgelopen maanden na de overstromingen begin dit jaar. Nu regent het weliswaar weer maar het is nu te laat om de gewassen weer te laten groeien. We worden regelmatig aangehouden door de politie die hier erg dominant aanwezig is op de wegen. Meestal is een kort praatje en het tonen van rijbewijzen voldoende en altijd zijn ze correct en vriendelijk. Vaak kunnen ze niet geloven dat we rijdend hier heen zijn gekomen en laat ik ze maar weer eens het kaartje aan de zijkant van de truck zien.

Als we na drie dagen rijden het gebied van de Drakensbergen in rijden zijn we helemaal enthousiast. Het is echt een heel erg mooi gebeid en in het Golden Gate Highlands NP waar we doorheen rijden zien we impala’s, zebra’s, bruine gnoes, blesbokken, bontebokken, bavianen, etc.  Even buiten het park slapen we ’s nachts midden tussen de koeien.

Bijpraten bij de braai

Met Frank en Mary-Ann hebben we afgesproken op de campsite van het Royal Natal Drakensberg NP. Wij zijn er als eerste en een paar uur later komt de voor ons bekende Landcruiser het terrein oprijden. Mooi moment om elkaar hier te ontmoeten. Het is ook nog eens Frank’s verjaardag vandaag en er zijn heel wat biertjes, wijntjes en kip van de braai  nodig om weer bij te praten. De volgende dag is het ook nog prachtig weer en liggen we de hele dag lekker bij te kletsen op het prachtig groene gras. Dat het gras niet voor niets zo mooi groen is blijkt als het ’s avonds gaat regenen. De geplande wandeling laten we maar zitten en met twee auto’s vertrekken we de volgende ochtend richting Sabie waar de ouders van Tamin (ontmoet in Ethiopië en  Kenia) een lodge hebben waar we van harte welkom zijn.

Het is te ver voor ons om in één dag heen te rijden en halverwege in de buurt van Ermelo bushcampen we op een farm tussen de schapen en de maïsvelden. Boer Gert ontmoeten we de volgende morgen, hij vindt het allemaal prachtig wat we doen. Boerderijen in Zuid Afrika zijn meestal enorm groot en ook deze farm is gigantisch. Duizenden schapen en koeien en duizenden hectares landbouwgrond.

Rendez-vous met Tamin

De volgende middag komen we aan op de troutfarm van Tamin’s ouders. We worden hartelijk verwelkomd en krijgen een mooi kampeerplekje en een eigen chaletje tot onze beschikking compleet met bubbelbad. Echt super. Tamin laat ons de farm zien en haar eigen project. Ze is namelijk bezig een overlanderscamping te maken onder aan bij de rivier.

’s Avonds braaien we met zijn allen op de enorme veranda van het huis en drinken daarna een baar biertjes bij het haardvuur in de eveneens enorme huiskamer. Tamin’s ouders zijn ook superaardige mensen en we hebben vele leuke gesprekken met zijn allen. ’s Nachts is het ijskoud hier, de temperatuur daalt tot een graad of vijf en we hebben echt dekens nodig om ons warm te houden.

Genieten van gastvrijheid

De volgende dagen genieten we van de gastvrijheid, doen de kinderen weer wat school en maken we een wandeling naar een mooie waterval in de buurt. We hebben de hele plek voor onszelf en spelen een paar uur tussen de stenen en het water. Je kunt er zelfs zwemmen maar het water is er ijskoud. De kinderen racen regelmatig een rondje over de farm met een 250cc quad wat ze natuurlijk geweldig vinden. Na een paar dagen moeten Mary-Ann en Frank helaas weer vertrekken voor hun werk in Maputo (Mozambique). We hebben een geweldige tijd met zijn allen gehad.

Flyfishen

De laatste middag gaan we nog flyfishen, de nationale sport in Zuid Afrika. Een beetje met een haakje aan een lijntje boven je hoofd slingeren en dan naar de vissen werpen. Er zitten wel een paar forellen in de vijvers maar vanwege de overstromingen begin dit jaar is de forellenkwekerij nog niet operationeel. Aangezien de wilde forellen heel moeilijk te vangen zijn en het er maar een paar zijn is het een beetje onbegonnen werk. Stijn zijn haakje raakt een keertje vast in het riet  en Tamin springt zonder aarzelen het water in om het haakje los te maken. Ze dacht dat het heel ondiep was maar verdwijnt al snel bijna zowat kopje onder, lachen natuurlijk.

Gods venster

Als we afscheid genomen van al die geweldige mensen hier rijden we via Sabie naar Graskop. We zitten hier aan de rand van de Kleine Drakensbergen en bezoeken een paar viewpoints waaronder God’s Window. Je kijkt hier ver weg over de lagergelegen vlaktes waar ook het Krugerpark ligt.

Vanaf de camping in Graskop bekijken we de volgende morgen de zonsopkomst over deze vlakten. Een onvergetelijk moment. Vanaf hier rijden we naar beneden en na enkele uren bereiken we de gate Orpen van het Krugerpark. Vanwege de Paasdagen blijken alle campings in het park volgeboekt dus gaan we het park in en rijden er net voor zonsondergang uit. De eerste middag zien we meteen al vele olifanten, giraffen, zebra’s gnoes, allerlei antilopen, bavianen, etc. Net buiten het park parkeren Kasa ergens op een klein akkertje, ook hier horen we ’s avonds de hyena’s blaffen.

Tien dagen Krugerpark, de big five

We staan om half zes op en rijden terwijl de zon opkomt opnieuw het Krugerpark in. We rijden naar Satara, een lodge/camping midden in het park. Onderweg zien we weer vele dieren en we spotten zowaar een mannetjesleeuw. Grappig is dat wij de leeuw wel konden zien maar andere mensen die natuurlijk ook stoppen waar wij stoppen konden niets zien. In Satara blijkt nog steeds geen plaats te zijn maar als ik na de lunch nogmaals ga informeren horen andere gasten mijn probleem en spreken ons buiten de receptie aan. Zij hebben twee campingplaatsen gereserveerd en zijn met zijn zessen. Aangezien je met zes mensen op één campingplaats mag staan boeken zij ons in op hun naam alsof wij hun vrienden zijn die net aangekomen zijn. Erg aardig van ze en dus kunnen we de komende dagen op de camping staan waar overigens meer dan voldoende ruimte blijkt te zijn. Er zijn namelijk geen gereserveerde plaatsen en omdat iedereen hutjemutje langs het hek gaat staan is er midden op het terrein meer dan genoeg ruimte.

De volgende tien dagen blijven we in het Krugerpark en genieten elk dag met volle teugen van de dieren. Elke dag rijden we om zes uur ’s morgens de poort uit voor een ochtendsafari van een paar uur en ontbijten dan ergens bij een drinkplaats of andere plaats met veel dieren. Daarna terug naar de camping, soms even zwemmen, soms wat school, vaak wat slapen en dan ’s middags weer een paar uur rijden. ’s Avonds hebben we diverse braaien, soms met mensen waar we toevallig naast staan, vaak superaardige Zuid Afrikanen en soms ook gewoon lekker alleen. We slapen op campings bij Satara, Sukuza, Lower Sabie en Berg en Dal. Op Sukuzi komen we stomtoevallig ook Derk en Maggie uit Johannesburg tegen waarmee we samen op de ferry van Egypte naar Soedan hebben gereisd. We spreken meteen af om hun op te gaan zoeken volgende week. De laatste twee nachten komen Frank en Mary-Ann uit Maputo weer langs.

Wat we allemaal zien is gewoon te veel om op te noemen, de foto’s laten het een klein beetje zien. Onder aan deze pagina nog meer foto’s.

Iedereen kent natuurlijk de big five die je ‘gezien’ moet hebben, wij zien ze vijf keer! Vijf keer een luipaard, tientallen neushoorns en leeuwen, honderden olifanten en nog veel meer buffels. We zien zelfs een groep van 27 leeuwen! Behalve de big five zien we hyena’s, krokodillen, slangen, nijlpaarden, heel voor soorten antilopen, zebra’s, apen, en wel zestig verschillende soorten vogels. De kinderen vinden het helemaal geweldig en vooral de luipaarden die we nog nooit ergens anders gezien hebben maken het helemaal af. Het enige dat we niet gezien hebben dat wel op hun wishlist stond zijn wilde honden. Maar ja, je moet altijd iets houden om weer terug te komen, niet?

Derk en Maggie in Johannesburg

Vanaf de Kruger rijden we via de korte weg, een tolweg, naar Derk en Maggie in Johannesburg. Uiteraard voor de gezelligheid maar ook om weer wat onderhoud en reparaties te doen aan de auto. Belangrijkste is dat we nieuwe schokbrekers op de vooras nemen en proberen de lekkende motorrem te repareren. Dat laatste lukt niet helemaal maar hij werkt nu wel iets beter. Ook ververs ik de olie, wissel de wielen en doe nog vele andere kleine klusjes die waren blijven liggen.

Derk, Maggie en hun zoon Dicky hebben een garage en hebben vele jaren vooral Volkswagen kevers gerestaureerd en opgeknapt. Vooral tijdens de jaren van de economische boycot tegen Zuid Afrika was dit een leuke handel. De garage loopt nog steeds goed al werken er nu niet zoveel mensen meer toen. Kevers doen ze ook nog steeds en Bien en ik krijgen een paar keer een kever te leen om boodschappen te doen. Erg leuk om in zo’n auto te rijden hier.  Stijn heeft ook wat onderhoud nodig. Hij heeft al een week kiespijn aan een melkkies. Bien gaat opnieuw met een kever op pad, ditmaal naar een Nederlandse tandarts in Johannesburg. De kies wordt getrokken. Stijn houdt zich erg groot en geeft geen krimp.

Wederom heel veel gastvrijheid

De dagen bij Derk en Maggie zijn erg gezellig en we maken kennis met hun familie en vrienden. ‘s Avonds eten we bijna alle dagen met zijn allen buiten op de veranda en het is voor de kinderen een bijzondere belevenis dat er na het eten wordt voorgelezen uit een oude Nederlandsche Statenbijbel. Derk en Maggie hebben veel door Afrika gereisd, ook met hun kinderen en dat schept natuurlijk een band. Derk heeft in de jaren zeventig, de beginjaren  van de commerciële overlandtrucks als chauffeur/monteur/gids door Afrika gereisd met toeristen en kan daar mooi over vertellen.

Zoon Dicky, die ook heel goed Nederlands spreekt en ook in de garage werkt is helemaal verknocht aan onze jongens die de ene na de andere auto van Lego bouwen. Zelf speelde hij daar vroeger ook mee en nu bouwt hij radiografisch bestuurbare vliegtuigen en helikopters. En dat vinden de jongens natuurlijk veer fantastisch om te zien.  Een paar keer laat hij zijn vliegkunsten zien en hij is daar echt vreselijk goed in. De laatste dagen maken we kennis met  zijn verloofde die voor een paar weken over komt vliegen uit Engeland. Over een paar maanden gaan ze trouwen en dan definitief hier wonen.

De laatste avond bezoeken we nog het nabijgelegen uitgaanscentrum/winkelcentrum Monte Casino dat helemaal gebouwd is in oud Italiaanse stijl en voor een groot deel ook overdekt is. Het is natuurlijk heel commercieel opgezet maar desondanks toch indrukwekkend. Je waant je echt op een centraal plein ergens in Italië. Zoiets heb je in Nederland echt niet.

Als we de volgende ochtend wakker worden staat er een grote bos bloemen en een fles Amarula op ons plateau. Het is Jacobine’s verjaardag! Wat een leuk cadeau. Na een uitgebreid ontbijt en koffie met taart nemen we na bijna een week afscheid van deze fijne supervriendelijke en behulpzame mensen.

Stukje geschiedenisles

We rijden eerst naar het voortrekkersmonument in Pretoria waar ook een klein museum is. Bijzonder om te zien hoe dapper en tegelijkertijd in onze ogen onbezonnen onze Hollandse voorouders diep het Afrikaanse continent in trokken. Niet het Britse gezag in Kaapstad met andere geloofsovertuigingen willen accepteren vertrokken vijftienduizend boeren met hun gezinnen en personeel halverwege de negentiende eeuw richting het noordoosten. Ze beschouwden zichzelf als een voorbestemd volk op weg naar het beloofde land, net als de exodus in de bijbel.  Ze richten onafhankelijke boerenrepublieken op, vrijstaten genoemd, vaak gelegen in vijandige gebieden. Uiteraard leverde dat weer vele oorlogen, ziekten en andere ellende op. Het voortrekkersmonument is er niet alleen om de vele  slachtoffers onder de boeren te herdenken maar ook de duizenden Zulu’s, Swazi’s, en dergelijke, die bij deze oorlogen om zeep zijn geholpen.

Gepast afscheid van Zuid Afrika

Vanaf Pretoria rijden we naar Bela-Bela waar we na enig zoeken een camping vinden die betaalbaar is. Alles blijkt hier zo duur te zijn omdat het erg toeristisch is en er warmwaterbronnen zijn. Uiteindelijk moeten we de prijs maar accepteren maar eerlijk is eerlijk, de camping is absoluut de meest luxe waar we tot nog toe op gestaan hebben. We hebben een eigen stukje grond met een eigen toilet en douche!  De camping is gelegen in een natuurgebied en over de camping lopen herten en dergelijke, Er zijn zelfs plekjes met een eigen jacuzzi. Het moet toch niet veel gekker worden! Er zijn een aantal warme buitenbadjes waar we ‘s avonds in gaan liggen en er is een enorm binnenbad met water van een graadje of 35. We laten ons hier lekker twee dagen pamperen en vieren het maar als een gepast afscheid van Zuid Afrika dat ons in alle opzichten heel goed is bevallen. Alleen voor het budget was het wat minder, maar goed.

Na dit paradijsje rijden we verder naar het noorden. In de buurt van Vaalwater slapen we  nog een nachtje bij een kleine maar eenvoudige camping en de volgende dag steken we dan de Limpopo over naar Botswana. We verlaten na tweeënhalve maand het mooie Zuid Afrika. We hebben er echt van genoten. Zuid Afrikanen behoren tot de meest gastvrije mensen op deze wereld. Het is een prachtig land met een overweldigende en zeer gevarieerde natuur maar we zijn wel tot het besef gekomen dat wij hier niet snel zouden kunnen wonen.

Geschieden land

Feit blijft dat wij als witten nauwelijks op gelijkwaardig niveau in contact komen met de zwarte bevolking. De mensen die we tegenkomen in winkels, campings, benzinestations, noem maar op zijn allemaal vriendelijk en vaak ook echt wel geïnteresseerd maar tot echte gesprekken komt het toch echt niet. De verhoudingen zijn hier nog altijd erg scheef. Ik word steevast met boss aangesproken en Jacobine met mum. Daar lijkt op zich niets mis mee maar het klopt toch niet. Als witte ben je per definitie een baas en in de praktijk is dit bijna altijd ook zo. Bijna de gehele economie van Zuid Afrika is nog altijd in handen van blanken. Toch is er ook onder blanken armoede. Diverse keren wordt er bij ons gebedeld door arme blanken. Zelfs met bedelen lijkt er dus een rassenscheiding. Een leuke uitzondering die we gezien hebben was bij onze gekleurde vriendin Theresa in Kaapstad. Zij had een blanke vrouw die de afwas deed. Dit geeft een beetje hoop.

Alle foto's op een rijtje:

233