29 april 2012 – 2 mei 2012
Mooiste plekje van de reis
De Caprivi strip
Om naar Zambia te kunnen moeten we door het vreemde langwerpige stuk land van Namibië rijden dat als een soort staart aan de rest van het land hangt. Het vreemde stuk land wordt de Caprivi strip genoemd. In de negentiende eeuw, de tijd dat Afrika verdeeld werd onder de Europese machten, is deze strip bedacht om Duitsland toegang tot de Zambezi te geven. Nu is het bijna geheel een beschermd gebied geworden en behoort tot de mooiste gebieden in Afrika omdat hier grote rivieren, savanne landschappen en interessante culturen samenkomen.
Na de grens rijden we meteen het Mahango NP in. Het is al eind van de middag dus ideale omstandigheden om wild te spotten. Als snel zien we impala’s, kudu’s, olifanten en nijlpaarden maar de dag kan niet meer stuk als we sabelantilopen en Roan-antilopen zien. Deze dieren zijn door hun prachtige hoorns zeldzaam geworden in Afrika. Er zijn een aantal plaatsen langs de rivier waar je uit de auto mag, onder andere bij een enorme baobab. Enthousiast lopen de jongens naar de boom maar schrikken zich een hoedje als er een groot nijlpaard uit de struiken tevoorschijn komt. Voorzichtig trekken we ons terug en wachten even totdat het dier het water in plonst.
Welkom in Namibië!
Eigenlijk zijn we in transit door dit park en mogen niet de kleinere tracks langs de rivier rijden. We zien het wel, desnoods betalen we, maar als we het park na zonsondergang uitrijden moeten we zelf het hek open en dicht doen. Iedereen is al vertrokken of aan het eten. Welkom in Namibië! De Mahango lodge/campsite waar we eigenlijk heen wilden omdat we die van de vorige reis kennen blijkt onbereikbaar voor zware vrachtwagens omdat deze door het hoge water alleen bereikbaar is via een dijkje met erg lichte houten bruggetjes. Dan maar verder rijden. Het is al donker als we bij de Nunda Safari lodge aankomen een kilometer of tien verderop. Eigenlijk ver boven het budget blijkt al snel maar de Zuid Afrikaanse eigenaar matst ons: we hoeven bijna niets voor de kinderen te betalen. Vroeger was dat normaal in Afrika maar nu moet je er meestal vergeefs om bedelen. Het is een mooie lodge/camping, aparte plekjes voor elke auto, klein zwembadje en een ‘sundowner’-terras met uitzicht over de rivier. Apart aandachtspuntje zijn de nijlpaarden en krokodillen langs het water maar daar zijn we intussen een beetje aan gewend.
De volgende dag doen we een lekker rustig dagje school, wat vogels kijken en de was doen. De kinderen vermaken zich ’s middags in het zwembad en wij drinken een tapbiertje op het terras, ook geen straf. Namibië was lang geleden een Duitse kolonie en het goede wat in ieder geval daaraan overgebleven is heerlijk bier gebrouwen volgens het oude ‘Reinheitsgebot’.
Het mooiste plekje van de reis
Na deze luxe rijden we de dag er na verder de Caprivi strip in. Ook hier zijn ATM’s gearriveerd en met Namibische dollars kunnen we boodschappen doen bij een lokale supermarkt in Divundu. Wederom zijn we verbaasd dat er hier Afrikaans wordt gesproken, je kunt in deze uithoek, ver van de Kaap, bij wijze van spreken nog steeds met Nederlands terecht! We rijden betrekkelijk snel het tweehonderd kilometer lange traject door het smalle deel van de Caprivi strip en zien onderweg nog een kudde olifanten de weg oversteken. Nadat we de Kwando rivier zijn overgestoken komen aan in het deel van de Caprivi dat de ‘horseshoe’ genoemd wordt. Een hoefijzervormig aanhangsel aan de strip. Er zijn hier diverse natuurgebieden welke vergelijkbaar zijn met de Okavangodelta in Botswana. Deze gebieden zijn in dit deel van het jaar vrijwel onbereikbaar voor auto’s maar we kunnen wel het Muduma NP in. Eigenlijk belanden we hier stomtoevallig omdat we de camping in de Mashi Conservancy veel te duur vonden. Het blijkt een gouden toevalstreffer te zijn en het mooiste plekje waar we tot nog toe gestaan hebben. Het kost bijna niets en je krijgt hier een privé plekje aan de rivier waar je gratis mag kamperen. Er zijn maar drie kampeerplekjes in het park en deze bevinden zich op ruime afstand van elkaar. Er zijn totaal geen voorzieningen maar dat hindert ons niets, integendeel. Niets mooier dan helemaal alleen in de natuur te staan, de hele dag olifanten en nijlpaarden om je heen en ’s nachts af en toe een brul van een leeuw en geblaf van een hyena in de verte.
We blijven er een paar dagen staan en genieten volop. ’s Ochtend een voorzichtige emmerdouche (zwemmen is hier echt uit den boze) aan de rand van de rivier, daarna wat school doen af en toe onderbroken door bezoekjes van olifanten, apen en heel veel soorten vogels. Regelmatig steekt een olifant of soms een hele kudde olifanten de rivier over.
’s Middags een ‘poikie’ op een houtvuur om brood te bakken en ’s avonds vlees op de braai. Wat wil een mens nog meer? Hier willen we wel een maand staan!
Met pijn in ons hart verlaten we deze prachtplek. We gaan al na drie nachtjes alweer weg omdat we nu toch wel een beetje de drang hebben wat vaart te gaan maken met onze terugreis naar Nederland. Via een omweg rijden we de zuidelijke route over een gravelweg naar Katima Mulilo in de hoop nog wat wild te zien maar we zien vrijwel niets meer. Wel veel mooi dorpjes.
Kort maar onvergetelijk bezoek
Na al dit moois is het een terugval om weer de bewoonde wereld in te rijden. In Katima Mulilo tanken we nog een keer vol omdat we gehoord hebben dat de diesel in Zambia erg duur zou zijn. De grens van Namibië gaat zonder problemen en al snel staan we voor de brug over de Zambezi die ons naar Zambia zal brengen. Ons bezoek aan Namibië is heel kort geweest maar wel onvergetelijk. Op onze vorige reis zijn we zes weken in Namibië geweest en beschouwden dat toen al een hoogtepunt. Nu zijn we er maar vijf dagen geweest maar we denken er weer net zo over. Dit land is echt ongelofelijk mooi!