20 mei 2012 – 26 mei 2012
Land van duizend heuvels
Het land van duizend heuvels
De grensovergang gaat voorspoedig. Zowaar liggen onze via internet bestelde visa’s klaar en rijden we na een half uurtje Rwanda binnen. Het land van duizend heuvels en een miljoen glimlachen is de slogan van het Rwandese toeristenbureau. Dat van die heuvels klopt wel want na de grensovergang kruipen we de ene na de andere heuvel over. We zitten op bijna twee kilometer hoogte en dat betekent dus een grote zwarte rookpluim achter Kasa en niet al te veel snelheid bij het beklimmen van die duizend heuvels. Het is niet alleen heuvelachtig maar net als in Burundi ongelofelijk groen. En dat heeft een reden. Het regent pijpenstelen en dat doet het zo te zien hier heel vaak! Wat ook al vrij snel opvalt is dat het hier vergeleken met andere Afrikaanse landen erg schoon is. Geen afval op straat! Schone watergoten! Later komen we er achter dat er regelmatig nationale schoonmaakdagen zijn waarop iedereen min of meer verplicht wordt om te helpen het land op te ruimen. Niet alleen afval opruimen maar ook de bermen snoeien, de watergoten leegscheppen, potholes opvullen, etc.
Terugtrekken in je eigen wereldje
Na een tijdje komen we aan in Butare waar volgens onze informatie een hotel is waar je kunt kamperen. We vinden dat hotel inderdaad maar wegens een verbouwing is de parkeerplaats voor ons onbereikbaar. In de stromende regen zoeken we verder maar kunnen in het stadje niets vinden. We zijn erg moe en omdat het donker wordt vragen we of we bij een benzinestation, waar we eerder getankt hadden, mogen staan. Geen probleem. Dat is dan toch wel weer een voordeel van onze truck. Je parkeert hem min of meer in de stad, sluit deuren en ramen en je kunt je terugtrekken in je eigen wereldje. Eten koken, filmpje kijken en lekker slapen.
Prachtige plek aan het meer
De volgende dag rijden via asfaltwegen naar het plaatje Kibuye aan Lake Kivu. Het is maar iets van honderdvijftig kilometer maar door de vele passen doen we er lang over. Na ruim vijf uur rijden bereiken we eindelijk het Kivu-meer, het volgende meer in de riftvallei. Kibuye ligt schitterend in een baai met vele eilandjes en schiereilandjes. Aan de overkant liggen de heuvels van Congo DRC. Ook hier blijkt de door ons vooraf bedachte overnachtingsplek geen succes. Het Kibuye Guesthouse blijkt namelijk niet meer te bestaan. Gelukkig vinden we iets verderop het Hotel Holiday wat een prachtige plek blijkt te zijn aan het meer. Na enig onderhandelen over de prijs zijn we het eens. We mogen parkeren bij de steiger en krijgen de sleutel van een chaletje om te douchen. Op het terras met uitzicht kun je heerlijk een biertje drinken en er is zowaar een werkend Wifi netwerk. We besluiten maar meteen twee nachtjes hier te blijken.
Janne maakt indruk op Chinezen
Het is de volgende dag voor de verandering schitterend weer en hebben een heerlijk relaxed dagje. Lekkere Rwandese koffie drinken en internetten terwijl de kinderen schooltoetsen doen. Minpuntje die dag is de aankomst van een bus met Chinezen die in hetzelfde hotel een paar dagen vakantie komen vieren. Ze hebben een jaar in Rwanda gewerkt en krijgen nu een paar dagen vakantie voordat ze terug naar huis gaan. Chinezen blinken nog minder dan Afrikanen uit in beleefdheid en al snel worden de kinderen en wij omsingeld door nauwelijks Engels sprekende Chinezen. Dat hindert ze niet, ze gaan gewoon heel hard Chinees praten in de veronderstelling dat we het dan wel misschien begrijpen. Janne is onze Chinese tolk maar verstaat er helaas ook niets van. Wel maakt ze grote indruk omdat ze haar naam in het Chinees kan schrijven.
Vanaf Kibuye rijden we een binnendoor weggetje naar Ginseny aan de noodkant van het meer. In het hotel Holiday hadden ze het ons afgeraden maar bij de afslag zelf zeiden de mensen dat het goed te doen was. Dat bleek inderdaad ook wel zo . Een werkelijk prachtige route over smalle maar redelijk begaanbare gravelwegen. Op de meeste plaatsen zijn de potholes opgevuld met stenen. We slingeren door de bergen van de ene pas naar de volgende. Af en toe hebben we schitterend uitzicht over het Kivu-meer dat zo’n zevenhonderd meter lager ligt. Het landschap is afwisselend. Het ene moment rijden over theeplantages het volgende moment door dichte regenwouden of over kleine open vlaktes.
Living under the vulcano
Het als eind van de middag als we eindelijk Ginseny bereiken. Ginseny ligt aan de grens met de DRC tegen de stad Goma aan. Goma is niet alleen bekend geworden van de enorme vluchtelingenkampen die hier waren na de burgeroorlog in Rwanda maar ook als het nieuwe Pompei. Tien jaar geleden is de naburige vulkaan de Nyriagongo uitgebarsten. De top is er afgeblazen en is er een enorme lavastroom dwars door de stad gelopen. En alsof dat niet genoeg is er hier de constante dreiging van natuurramp met methaangas. Er zit zoveel vulkanisch gas onder het meer dat het nu opgevangen wordt. Regelmatig komen er vissers om door het onzichtbare gas. Maar als de bubbel echt barst bestaat het risico dat tienduizenden mensen hier binnen no time stikken. Maar niet te veel aan denken dus. We vinden een leuke overnachtingsplek, hotel paradis Malahide. Er is een mooie tuin met veel bloemen en vogels en een prachtig uitzicht over het meer. Er wordt op het meer gevist met enorme trimarans, voortbewogen door een stuk of tien luid zingende roeiers.
‘s Avonds is het ook hier verassend koud en wordt er in de bar een vuur gestookt om de boel een beetje op te warmen. Er logeren hier meer reizigers, allemaal backpackers, best gezellig dus. Pieter maak vriendjes in de keuken waar hij mag helpen pannenkoeken te bakken.
Onvoorstelbaar staaltje African bushmecanics
De volgende dag blijven Pieter en Janne in het hotel om schoolwerk te doen en gaan wij de stad in om de rechter cabinesteun te laten lassen. Die is namelijk in drie of vier stukken gebroken en moet echt gemaakt worden. De cabine zit rechts voor nog maar half met één boutje vast aan het chassis. Het valt niet mee om een plek te vinden waar ze kunnen lassen. Het enige wat hier gelast wordt zijn invalide-fietskarren. Volgens een Congolese wet mogen invaliden namelijk vrij de grens oversteken met hun bagage en daarom zie je hier op de grens overal invaliden met zwaar verstevigde invalidenkarren. De spaken van de wielen zijn vervangen door betonstaal. Meestal zijn ze zo zwaar beladen dat ze door een paar man de grens over geduwd moeten worden, zodat ze maar een paar meter op eigen kracht de grens hoeven te passeren. We vinden uiteindelijk dankzij een paar jongens op straat een werkplaats waar zowaar ook nog een andere truck staat maar voor de rest alleen maar doorgezakte invalidenkarren. We spreken een prijs af en de klus gaat beginnen. We zijn getuige van een staaltje bushmechanics waar elke Nederlandse monteur waarschijnlijk hard om zou moeten lachen. Het lasapparaat werkt met een eigengemaakte transformator en de elektriciteitsvoorziening is ook erg bijzonder . Bij gebrek aan stopcontacten zijn op een aantal plaatsen in de buitenmuur twee grote schroeven gedraaid waar open en bloot 220 volt staat. Het elektrische gereedschap, waar de stekkers natuurlijk allang afgetrokken, geslepen of gezaagd zijn, wordt vervolgens met lange blanke draden gekoppeld aan deze schroeven. Stijn hebben we maar gevraagd in de auto te blijven. Maar we hebben ook bewondering. Zonder enig noemenswaardig gereedschap wordt uit een slooptruck een stuk ijzer gezaagd die de vorm heeft van onze cabinesteun. Dit stuk staal wordt vervolgens aan onze drie losse stukken gelast en viola, een paar uur later hebben we een cabinesteun die waarschijnlijk sterker is dan Mercedes het ooit heeft kunnen ontwerpen. Net voordat het weer gaat regenen is de klus geklaard en rijden we terug naar het hotel.
Gorilla’s in de mist
De volgende ochtend wringen we ons door weer door de overgroeide poort naar buiten en rijden ditmaal over uitstekende asfaltwegen naar Kinigi, een dorpje onder aan de Sabinyo vulkaan in het Virunga NP, bekend van de laatste in het wild levende berggorilla’s. Onderweg passeren we vulkanen gehuld in mistige wolken. Op bergpassen hebben we af en toe hebben weer een fietslifter aan onze truck hangen. In Kinigi bezoeken we het hoofdkwartier van het Parc des Volcans. We hopen nog even op een goedkoop last minute dealtje om de berggorilla’s te bezoeken maar het is allemaal volgeboekt voor de komende dagen en de prijzen liggen vast. Een bezoekje kost 600 US dollar pp wat we toch echt iets te gortig vinden. We horen dat de prijs binnenkort nog verder omhoog gaat. De gorilla’s worden commercieel enorm uitgebuit door Rwanda. Dat is hun goed recht natuurlijk maar de lol gaat er wel vanaf voor ons overlanders. De voornamelijk Amerikaanse bezoekers komen massaal, speciaal voor de gorilla’s hier heen gevlogen. Elke dag komen er iets van zeventig bezoekers met tientallen landrovers en andere jeeps hierheen racen. Die gaan straks ook met gemak 1000 dollar pp betalen.
Pieter en ik gaan ’s middags nog een stukje lopen door de prachtige omgeving. We lopen richting het drielandenpunt Congo, Rwanda, Oeganda wat volgens de gids één van de mooiste plaatsen moet zijn in Afrika. We hebben een beetje pech met de bewolking maar we kunnen het ons wel voorstellen. Je loopt hier te midden van een stuk of vier enorme vulkanen. Samen met twee lokale jongens komen we tot vlak bij de plek waar regelmatig gorilla’s gespot worden. De jongens zeggen dat de gorilla’s hier regelmatig aardappelen komen stelen van de velden rond het dorp. We lopen ook nog langs een groepje huizen waar pygmeeën wonen die uit het park verjaagd zijn en nu hier moeten wonen. Erg triest allemaal en zo te zien veel te veel alcohol en marihuana misbruik. We lopen maar snel door.
Fietsendieven
Na opnieuw een koude nacht rijden we de dag erna naar de hoofdstad Kigali. Onderweg hebben we nog een klein incidentje bij een uitzichtpunt waar we even gestopt zijn. Als we weg rijden merken we namelijk dat een paar jongens die achter de auto stonden met hun kapmessen de spanbanden hebben doorgesneden waarmee de fietsen vastzitten. Die hangen nu achter de auto te bungelen. We stoppen meteen en zien de jongens wegrennen. De fietsen zelf konden ze niet meenemen omdat die ook met een ketting aan de auto vastzitten. Wel weer vervelend natuurlijk.
Genocide herdenkingscentrum in Kigali
In Kigali bezoeken we het genocide herdenkingscentrum. Een must voor elke bezoeker van Rwanda. Het is een zeer indrukwekkend museum waarin de geschiedenis van de georganiseerde afslachting van bijna een miljoen Tutsi’s en gematigde Hutu’s wordt uitgebeeld met foto’s, video’s voorwerpen, etc. Sommige beelden zijn erg schokkend en onze kinderen zijn erg onder de indruk. Er is ook een zaal waarin foto’s van kinderen hangen met daaronder teksten hoe en waar ze vermoord zijn. Erg indrukwekkend en moeilijk om de ogen droog te houden. Wat voor ons ook pijn doet is dat het Westen, vertegenwoordigd door de VN, willens en wetens vrijwel niets gedaan hebben om de genocide te voorkomen. Natuurlijk is het niet de schuld van de VN of welk land dan ook maar zowel de genocide als de enorme vluchtelingenstromen na de genocide hadden grotendeels voorkomen kunnen worden. Het is ook mooi om in het museum te verklaringen te lezen van zowel de secretaris generaal van de VN als de premier van België die openlijk hun spijt betuigen.
Na het bezoek aan het herdenkingsmonument en de eromheen liggende massagraven verlaten we Kigali en rijden over een goede weg naar de grens met Oeganda. Het is onderweg nog lang erg stil in de auto, we moeten dit allemaal verwerken. Natuurlijk kennen we allemaal de beelden van oorlogen en natuurrampen maar een doelbewuste georganiseerde uitroeiing van een onschuldige, ongewapende bevolkingsgroep gaat toch elk voorstellingsvermogen te boven.
De grenspassage gaat niet al te vlot omdat zoals bijna altijd volkomen onduidelijk is welke hokjes je langs moet. Het is al bijna donker als we Oeganda in kunnen rijden.
Resume
Rwanda heeft een diepe indruk op ons achtergelaten maar heeft ons ook erg verrast in de veerkracht van de mensen. Er zijn overal herdenkingsmonumenten opgericht voor de genocide en tegelijkertijd is er afgesproken dat er geen Hutu’s en Tutsi’s meer zijn, alleen nog maar Rwandezen. Onder leiding van de populaire president Paul Kagame is Rwanda nu één van Afrika’s meest stabiele en snelst groeiende economieën. Nergens hebben we zoveel goed opgeleide jonge mensen ontmoet, Bijna alle jongeren leren naast hun eigen taal ook Swahili, Frans en Engels. Het land is verrassend schoon en strak georganiseerd. Zo heeft elke bodaboda (bromfietstaxi) chauffeur een helm op, en heeft er één bij zich voor zijn passagier. Aan de andere kant kun je je ook afvragen of Kagame niet een beetje te ver doorschiet. Zo horen we dat je zelfs in de gevangenis kunt terechtkomen als je iets op straat weggooit.