05 Bolivia

Bolivia 3 – 14 februari 2024
Hoogtepunten op de Andes


Gekleurde zoutmeren en mul zand

Na de Chileense grens op een hoogte van 4480 meter komen we na een paar kilometer rijden door niemandsland aan bij de Boliviaanse grens. Zonder al te lastige controles, voor de zekerheid hebben we wel alle versproducten verstopt, worden we ingestempeld en krijgt de auto een verse TIP voor 90 dagen. Op de grens begint ook het Nationaal Park waar we entreegeld voor moeten betalen. Waar dat geld aan besteed wordt is ons een raadsel want de wegen zijn verschrikkelijk slecht en er lijkt ook niets van enige controle, natuurbeheer of andere voorzieningen te zijn. Het is wel ongelofelijk mooi, dat dan weer wel. Vanaf de grens rijden tussen laguna Verde en laguna Blanco over een zoutvlakte aan de voet van nog steeds dezelfde vulkaan Licancabur.

De zoutpannen zijn gevuld met een laagje water met min of meer de kleuren die de meren gekregen hebben. Langs de oevers zien we weer vicuna’s en in het water flamingo’s. We hobbelen rustig door naar laguna Chalviri en genieten van de omgeving. Op een gegeven moment zien we een paar kilometer rechts van de weg grote rotspartijen in het zand. Op de kaart staan die aangegeven als de rotsen van Dali, dus dat lijkt ons wel wat.  Het blijkt toch verder weg te zijn en gedacht en vooral zanderiger en steiler. Weliswaar in 4×4 maar we hebben nog bijna alle lucht in de banden en het lukt gelukkig met veel vaart houden (Dakar ervaring😉) maar net om niet muurvast te komen te zitten in het mulle zand. Tussen de zandduinen lukt het om te zonder vaart te verliezen om te draaien en terug te rijden naar het hoofdpad. Oeff.

Kleine wereldje

Terug bij de weg staat een wit autootje ons op te wachten. Het blijken Marnik en Suzanne (Suus) te zijn, een Nederlands stel, die we niet kennen maar zij wisten via via wel al dat wij daar rondreden. De Chileense auto blijken we wel te kennen want die is van Joshua en Paula geweest die we in Uruguay hebben ontmoet. Suus en Marnik hebben in Chili de auto van hen gekocht na een tip van Marieke van de Chacra Holandesa die weer bevriend is met Suus haar moeder. Klein wereldje.

Thermisch bad met een staartje

We rijden gezamenlijk verder naar laguna Chalviri waar volgens IOverlander een thermisch bad is waar je kunt overnachten en uiteraard lekker kunt baden. Het blijkt een super mooi plekje te zijn met een prachtig uitzicht. Er is alleen een rare oude man met zijn mond vol coca balderen en waarschijnlijk ook met wat bier achter zijn kiezen die duidelijk maakt dat het zijn terrein is en dat we moeten betalen. De prijs zakt verassend snel en als er even later nog twee auto’s komen om te overnachten die ook bereid waren een paar euro te betalen zien we hem even later vertrekken uit zijn hutje. Ondertussen had hij wel de dames op een vervelende manier lastig gevallen, maar ja,  bij wie kun je verhaal halen hier.  Na zijn vertrek hebben we een heerlijke sundowner tijd met zijn achten in het thermische bad met uitzicht op de laguna met flamingo’s en op de achtergrond bergen, donkere regenwolken en een zonsondergang.

Helaas gaat het op een gegeven moment regenen, steeds harder en wordt het ook echt koud (buiten het water). Er komt nog een man langs om te zeggen dat we hier niet mogen blijven maar omdat het regent en donker wordt vertrekt hij weer. We nodigen Marnik en Suus uit om bij ons binnen te komen eten en we hebben een gezellig avondje met zijn vieren in Kasa terwijl het buiten regent.

De volgende ochtend wordt er om half zeven op de deur geklopt. Het blijkt weer de man van het park te zijn, driftig manend dat we nu echt weg moeten anders slingert hij ons op de bon. Protesteren dat we betaald hebben en dat er nergens een bordje verboden toegang staat heeft geen zin. We kunnen niet veel anders doen dan snel opbreken en een kilometer verderop te gaan staan om te ontbijten. Als we het goed begrepen hebben is het bad een onderwerp voor een conflict tussen twee partijen/families die hier geld mee willen verdienen maar blijkbaar geen toestemming hebben van het park. De dronken handtastelijke gek van gisteravond wat blijkbaar lid van één van de families.

Lekkage tussenbak

Na het ontbijt rijden we nog verder omhoog naar een geiserveld waar ook een kleine thermische centrale is.  Bijna boven aan de pas zien we Marnik en Suus staan met een lekke band. Wij stoppen er vlak achter en zodra we stil staan ruik ik dat er bij ons ook iets mis is. De geur van verbrande versnellingsbak olie. Vanuit de tussenbak lekt olie langs de aandrijfas die op zijn beurt weer onder andere op de uitlaat komt. Dat stinkt enorm. Een tussenbak is een tweede versnellingsbak vanwaar de aandrijfassen naar voor- en achteras gaan en waarmee we de 4×4 en de hoge/lage giering kunnen inschakelen. Een groot zwaar ding waar je niet zonder kan. Balen maar er is op dit moment en hier niets aan te doen. Ik controleer het oliepeil, het is wel een klein beetje laag maar ik kan er niet veel meer dan een kopje bijgooien. We vervolgen rustig onze weg en bezoeken het geiserveld met wat spuitende stoomgaten, kokende modderpoelen en zwaveldampen. Het is wel geen IJsland maar desondanks toch wel heel gaaf.

Korte of lange route?

Vanaf het geiserveld raken we Marnik en Suus kwijt. Zij rijden met hun kleine Suzuki veel sneller en hopen bij een post van het Nationaal Park hun band te kunnen laten plakken. Ze hebben geen reserveband en de band die er nu onder zit is ook niet al te best. Wij hobbelen rustig door naar de laguna Colorado met, zoals je al raad, meerdere kleuren. Waaronder ook rood. Als we rustig rijden en niet in 4×4 lijkt het olieverlies nog wel mee te vallen. Vanaf het laguna Colarado zijn er twee routes om weer naar de hoofdweg te komen.

Eentje van ongeveer 200 kilometer en eentje van 150 kilometer lang. We besluiten te kortste weg naar de hoofdweg te gaan rijden vanwege onze lekkage maar ook omdat het gewoon verschrikkelijke slechte wegen zijn. De korte weg blijkt nog wel een spannende omleiding te bevatten door mul zand maar het gaat gelukkig goed. Een paar motorrijders kwamen er niet doorheen en moesten terug.

Hoogtepunt en rode rotsen

Hierna passeren we het hoogste punt tot nog toe, 4851m. Kasa doet het ondanks de grote hoogte prima, vooral dankzij de turbo hebben we nog voldoende vermogen. Ook wijzelf doen het prima al wordt elke inspanning natuurlijk wel meteen afgestraft met even buiten adem zijn. We slapen ook wat lichter maar voor de rest gaat het gelukkig goed. Het zakje met gedroogde cocabladeren hebben we niet nodig gehad. We rijden het park weer uit en rijden langs het zoutmeer laguna Capina dat commercieel wordt afgegraven voor zoutwinning. Gelukkig zijn er ook paar stukjes betere piste en lukt het ons die dag zo’n 150 kilometer te rijden, net voorbij Villa Mar. Net voor zonsondergang bereiken we de Vale de Rocas. Een adembenemend plekje helemaal voor onszelf tussen bizarre rode rotsformaties. We vinden het er zo gaaf dat we twee nachtjes blijven staan. We lopen een beetje in rond in de omgeving, maken veel foto’s en spelen wat met de drone. Rond de schemering zien een Viscacha. Een konijnachtig beest met een brede lange staart dat in werkelijkheid tot de familie van de wolmuizen behoort. De Starlink gaat op het dak en ik kan via teams vergaderen alsof ik gewoon thuis in Nederland ben. Als ik ‘s middags het oliepeil van de tussenbak wil gaan controleren kom ik erachter dat niet alleen de keerring kapot is maar nog iets veel ergers. De aandrijfas vanaf de motor blijkt een enorme zijdelingse speling te hebben. Het kan niet anders dat het lager in de tussenbak volledig kapot is. Wat nu te doen? Het is nog bijna 200 kilometer naar de eerste grote stad, Uyuni. Na wat overleg met wat mede(truck)reizigers in Nederland besluiten we de gok maar te wagen en de volgende dag te gaan rijden. Vanaf hier, in de middle of nowhere, laten afslepen is ook geen reële optie.

Tweehonderd kilometer billen knijpen

Het wordt een lange dag met geknepen billen rijden. Het is intussen ook weer gaan regenen en de weg is ook glibberig geworden met hier en daar diepe plassen. Daar zitten we niet op te wachten. We zijn opgelucht als we na een paar uur rijden het asfalt bereiken en het weer droog wordt. Het asfalt is van korte duur, de laatste 50 kilometer is het wederom slechte gravel. Eenmaal in Uyuni rijden we direct naar Walter die een werkplaats bij zijn huis heeft. Hij verwachtte ons al en we mogen binnen op zijn omheinde erf staan, mogen water en elektriciteit gebruiken en zelfs zijn badkamer. Super.

Reparatiedagen net voor de carnaval

We zijn met Walter in contact gekomen via Marnik en Suus die de dag ervoor bij hem hun banden en schokbrekers hebben laten vervangen en nog wat lasklusjes. Hij had Walter het filmpje laten zien dat ik gemaakt had van de brakke aandrijfas en Walter had gezegd dat hij dat wel kon repareren. Vanuit vele slechte ervaringen in Afrika was ik nog wel wat wantrouwend. Zeggen dat je het kunt maken en het ook echt kunnen is daar vaak iets totaal anders. Maar, we hadden weinig keus, en Walter en zijn vrouw Lady beginnen meteen dezelfde middag nog met het demonteren van de aandrijfassen en het verwijderen van het deksel van de tussenbak. Het lager blijkt inderdaad helemaal aan gruzelementen gedraaid te zijn en de binnenschaal is door de hitte vast gelast aan de as. Er zit niets anders op dan de bak helemaal er onderuit te halen en te demonteren. Ook wel beter want nu kunnen we alle metaalresten van het kapot gedraaide lager er goed uit verwijderen. De volgende dag hebben ze helaas geen tijd maar in de anderhalve dag daarna halen we met zijn drieën de bak er onderuit, verwijderen het lager, kopen een nieuw lager en bestellen twee oliekeerringen die we de volgende ochtend kunnen ophalen. De tweede middag kunnen we al een proefritje maken en alles blijkt weer dicht en prima te werken. Super. En dat voor een bedrag waarvoor je in Nederland net een kleine beurt kunt laten doen aan je Panda. Net voordat het carnavalsweekend begint zijn we weer on wheels.

De paar dagen bij Walter ook vele andere klusjes kunnen doen, de was gedaan en hebben we beide kunnen werken. Eigenlijk wel prima dus. We hebben ook het gehele carnavals repertoire van Uyuni geleerd. Aan de overkant van de straat wat namelijk elke ochtend en avond een carnavals dweilband aan het oefenen. Het begon dinsdag alleemaal erg vals en uit de maat maar eerlijk is eerlijk, vrijdag klonken de trommels, trombones en trompetten redelijk synchroon en was er zowaar een melodie te herkennen. We gaan een paar keer het stadje in om boodschappen te doen en gaan ook nog een keer uit eten met Suus en Marnik die al naar de grote zoutvlakte Salar zijn geweest. Omdat Uyuni vanwege de Salar zo  populair is bij backpackers en tourgroepen zijn er ook echt leuke eettentjes in het centrum van het stadje.

Salar de Uyuni en Dakar

Zaterdag en zondag brengen we door op de enorme zoutvlakte vlakbij Uyuni waar in de tijd dat de Dakar in Zuid Amerika werd verreden altijd wel een start van een etappe was. Ter ere daarvan is een monument opgericht en uiteraard wilden wij daarheen! Het was nog wel een dingetje om de zoutvlakte op te rijden. Vanaf Uyuni moet je namelijk door het laagste en daardoor natste punt. Het heeft best veel geregend de afgelopen tijd en we kennen verhalen van mensen die met hun vrachtwagens door de zoutkorst zijn gezakt en dagen hebben moeten (laten) graven om er weer uit te komen. We hebben een paar uur aan de rand gestaan en getwijfeld. Eerst maar eens een stukje gelopen. Maar toen we af te toe een grote zware stadsbus de vlakte op zagen rijden hebben we de gok gewaagd, de 4×4 ingeschakeld en rustig de zoutvlakte op gereden. Het ging goed en na een paar kilometer werd het steeds droger.  Een surrealistisch gevoel, en oneindig, zo wit. We hebben geluk met het weer, het is vrijwel onbewolkt en dat geeft spectaculaire plaatjes. Door de witte ondergrond heb je vrijwel geen dieptegevoel en kun je prachtige trucagefoto’s maken. We parkeren voor de nacht vlak bij het Dakar monument waar ook een uit zout opgebouwd (voormalig) hotel staat en een vlaggen monument. Een hele bijzonder plek waar we helemaal alleen zijn die nacht.

De volgende ochtend komen al vroeg de eerste toergroepjes aan met hun Landcruisers. Nu zijn wij zelf ook een bezienswaardigheid geworden en veel mensen hebben vragen over ons, de reis, de auto, etc, of willen met ons op de foto. Terug naar Uyuni  maken zelf ook nog wat foto’s en dronefilmpjes en zijn blij dat we het gedaan hebben maar ook weer opgelucht als we vaste bodem onder de wielen hebben. In de tijd dat de Dakar over de zoutvlakte ging reden de rallytrucks ook een alternatieve route. In de metersdikke zoutlaag kunnen gewoon hele slechte plekken zitten.

Voordat we Uyuni weer inrijden laten we de Kasa grondig schoonspuiten en wassen om de zoutaanslag te verwijderen. De onderkant wordt met vernevelde diesel ingespoten als extra service.

Treinenkerkhof

We slapen die nacht buiten Uyuni bij een treinenkerkhof. Op een paar ongebruikte spoorlijnen die half in het zand verzakt staan tientallen oude stoomlocomotieven en wagons. Een leuke plek voor de nacht en opnieuw een fotogenieke locatie. Enig nadeel zijn de vele vliegen omdat het terrein er omheen als vuilnisplaats wordt misbruikt.

Feest in Tupiza

De volgende dag rijden we naar Tupiza, een stadje naar het zuiden richting Argentinië. Een mooie rustige asfaltweg met enkele passen tot ver boven de 4000 meter. Tupiza ligt nog maar op 3000 meter hoogte en is daarmee ook veel groener dan waar we vandaan komen. We vinden een plekje bij La Casa de Baron. Mario, de eigenaar, waarschuwt ons wel. Er is vanavond een carnavalsfeest dat tot erg laat kan duren en met heel veel herrie. Zoveel herrie dat hij ons niet wil laten betalen voor de nacht. Omdat er weinig alternatieven in de buurt zijn en we het ook wel grappig vinden om een feest in Bolivia mee te maken blijven we staan. De volgende dag hebben we toch geen plannen. Dat het herrie werd hebben we geweten. We stonden met de camper hemelsbreed 50 meter naast het podium en het geluidsniveau deed niet veel onder voor het niveau Pinkpop. Het feest begon pas om een uur of elf en duurde tot 5 uur ’s morgens. We zijn er zelf ook nog even heen gegaan er behalve het geluidsniveau waren de bands ook muzikaal best hoog niveau. Volgens horen zeggen waren het bekende Boliviaanse/Argentijnse bands en Dj’s. Om half drie waren we zo moe dat we ondanks dat de camper stond te resoneren op de bassen toch gewoon lekker in slaap gevallen.

De volgende ochtend uiteraard lekker uitgeslapen en ‘s middags nog Tupiza bezocht waar nu echt het laatste staartje carnaval gevierd wordt. Op Aswoensdag is het hier de gewoonte om offers te brengen door deze te verbranden op een houtskoolvuurtje en met de rook samen met pure alcohol bijvoorbeeld je huis of je auto te zegenen en hiermee te beschermen tegen onheil voor het komende jaar. Op de markt worden kant en klare offers verkocht om te verbranden. Deze bestaan vaak uit een stuk karton met daarop allerlei plastic prullaria zoals plastic autootjes, huisjes, nep geld, etc. geplakt.

Terug naar Argentinië

De laatste dag in Bolivia rijden we in twee uurtjes naar de grensplaats Villazon waar we Argentinië weer ingaan. Ons bezoek aan Bolivia was in principe helemaal niet gepland maar we hebben er geen seconde spijt van gehad. Natuurlijk was het niet leuk om pech te krijgen maar ook dat hoort bij het reizen, zeker met een ruim veertig jaar oude vrachtwagen. De Bolivianen vonden we erg vriendelijk en gezellig, misschien ook wel omdat het carnaval was. We gaan hier zeker nog eens terugkomen en kijken daar nu al naar uit!

 

Alle foto's op een rijtje:

360