21 Zuid Afrika deel 1

28 oktober t/m 25 november 2007
Genieten in gastvrij Zuid-Afrika

Een grote zak met biltong

Als we Zuid Afrika binnenrijden begint het landschap vrijwel meteen te veranderen. De dorre woestijn verandert snel in een groen berglandschap vol met planten die in bloei staan. Opeens zien we weer landbouw, veeteelt, wijnakkers, etc. In twee dagen rijden we langs steeds veranderende landschappen naar Velddrif, ongeveer honderd kilometer boven Kaapstad. Na ruim twee maanden binnenlanden van Afrika zijn we eindelijk weer bij de kust. Het zeewater is echter nog net zo koud als in Swakopmund en omdat de luchttemperatuur ook niet echt optimaal is gaan we nog even niet zwemmen. We zitten nog ver buiten het seizoen en de camping in Velddrif is nog dicht. Bij het Sunset Restaurant mogen we de auto parkeren en gratis gebruik maken van de douche van een bijbehorend appartement. We hebben er heerlijk gegeten en de volgende ochtend krijgen we van de eigenaar een grote zak met biltong van koedoe en ‘droëwors’ van springbok, die hij zelf pas geschoten heeft. (Biltong is gedroogd vlees, dé snack van de Zuid-Afrika).

Banden zoeken in Kaapstad

De volgende dag rijden we langs de kust naar Kaapstad. Onderweg stoppen we een paar keer langs prachtige stranden met uitzicht op Robbeneiland en de hoge tafelberg achter Kaapstad. Vlakbij Kaapstad zijn langs de kust grote vakantiekolonies waar rijke Zuid-Afrikanen hun tweede huis hebben. Eénmaal in Kaapstad gaan we meteen maar op zoek naar nieuwe vrachtwagenbanden. Want behalve het land zelf en een aantal mensen bezoeken is Zuid Afrika voor ons ook dé plek om kapotte en versleten spullen te vervangen, reparaties te doen en voorraden aan te vullen met dingen die nergens anders in Afrika te koop zijn. Zo willen we proberen twee nieuwe Michelin-banden te kopen, één band hebben we al verspeeld in Zimbabwe en één andere is tot op de draad versleten. Na een korte zoektocht vinden we in het havengebied een bandenboer. Hij heeft onze soort en maat banden niet op voorraad maar kan ze uit Johannesburg laten komen. We hebben ze meteen maar besteld, over een kleine week zullen ze in Kaapstad zijn. We bezoeken in Kaapstad die middag het bekende Waterfront wat eigenlijk gewoon een enorm winkelcentrum is rond een oude haven. De haven zelf is vol met rondvaartbootjes en langs de kades zijn allemaal terrasjes en restaurantjes. Je hebt hier echt niet meer het idee dat je in Afrika bent.

Kaap de Goede Hoop

De week daarna verkennen we het schiereiland onder Kaapstad en bezoeken uiteraard Kaap de Goede Hoop. Niet echt het zuidelijkste puntje van Afrika maar wel het meest zuidwestelijke punt, een toeristische trekpleister en voor veel Afrika-reizigers toch het einddoel of keerpunt op een reis.

We hebben een mooie leuke tijd op de kaap, ondanks het feit dat de weergoden niet altijd met ons zijn. We zien voor het eerst van ons leven walvissen, die in deze tijd van het jaar met hun zuigelingen heel dicht bij de kust komen. In Kommetjie zien we op nog geen dertig meter van het strand een enorme albino-bultrug. Verder op zee zien we dertig ton zware walvissen uit het water springen om vervolgens met een enorme klap op hun rug weer op het water te belanden. Verder bezoeken we een kolonie van de enige pinguïns die in Afrika leven.

Rendez-vous

Het is echter vooral de tijd van gezellige ontmoetingen met oude bekenden. Zo zien we Ian en Jacqueline weer (laatste keer in Burkina Faso gezien),  Franco en Christine, (ruim twee maanden daarvoor in Windhoek ontmoet) en Theresa (twaalf jaar geleden voor het laatst gezien, in Zuid Afrika). Vooral het weerzien met Theresa was heel bijzonder omdat we elkaars adressen waren kwijtgeraakt en wij alleen nog maar wisten dat ze destijds een restaurant had in Muizenberg. Maar de eerste de beste persoon die we aanspreken in Muizenberg blijkt haar te kennen (iedereen kent haar hier, blijkt later) en al snel hebben we het restaurant gevonden, een telefoonnummer en kunnen we haar bellen. Ze is uiteraard totaal verrast maar al heel snel is het weer of we elkaar net vorige week nog gezien hebben. Alleen hebben we nu opeens drie kinderen.

Belaagd door een bobbejaan

Het hoogtepunt voor Stijn van deze week was waarschijnlijk de camping bij Simonstown. We waren ’s morgens vroeg aan het inpakken voor vertrek richting Kaapstad. Ik stond onder de motorkap het oliepeil te controleren en Stijn zat op de bijrijder stoel een beetje voor zich uit te staren. Plotseling horen we een ijselijk hoge gil van Stijn. Naast hem, was via de openstaande deur, een enorme baviaan op de bestuurdersstoel geklommen en begon op zijn gemakje rond te snuffelen op zoek naar eten. Daarna een nog hardere gil. Ditmaal van Bien die het beest uit de auto probeerde te verjagen. De bobbejaan was niet echt onder de indruk maar besloot gelukkig toch maar uit te stappen.

De banden zijn na een week aangekomen en worden op de vooras van Kasa gezet. Bovendien hebben we nu weer twee goede reservebanden, ook wel een plezierig gevoel. Verder laten we bij een garage het binnenwerk van de radiator vervangen (die begon steeds meer te lekken), wordt de compressor van nieuwe zuigerveren voorzien en laten we twee keerringen vervangen in verband met olielekkages. Al met al een vrij dure grap maar wel noodzakelijk en gelukkig heel goed uitgevoerd door een echte Mercedes garage. Verder geven we één van onze fietsen weg en hangen de kinderfietsen achterop bij de zandladders. Boven op het bagagerek monteren we twee grote kisten voor allerlei dingen die binnen meestal in de weg lagen. Strand- en braaispullen, een paar jerrycans, hout, etc. Een andere diepte-investering is een nieuwe koelkast. Het oude beestje dat we tot nog toe gebruikten vrat heel veel stroom en koelde niet echt heel goed. Bovendien zijn dit soort dingen in Zuid Afrika, waar heel veel mensen kamperen, veel goedkoper dan in Europa. Nu hebben we een zuinige Engel koelkast met apart vriescompartimentje. Ja, ja, voortaan whisky on the rocks.

Op naar het echte zuidelijkste puntje van Afrika

Na ruim een week rond de Kaap trekken we verder naar het oosten, op naar het echte zuidelijkste puntje van Afrika, Cape Agulhas. De kustweg is fantastisch mooi maar het is vaak ook voor ons doen ook ongelofelijk koud, winderig en nat. De vakantiedorpjes die we passeren zijn allemaal troosteloos en verlaten.

Bij Hermanus hebben we een dagje mooi weer en zien we opnieuw walvissen, ditmaal iets verder op zee. Na een paar dagen bereiken we Swellendam. Hier bezoeken we de oude drostdy, een soort handelspost uit de VOC-tijd, en slapen een nachtje in het nabijgelegen Bontebok NP. Niet zo heel bijzonder maar wel de bijzondere bontebokken gezien en een nachtje geslapen.

De meest gastvrije mensen ter wereld

De volgende morgen is het eindelijk weer eens mooi weer. We rijden nog een rondje door het park en rijden snel door naar George. In George doen we inkopen bij een enorm winkelcentrum. Dit soort ‘malls’ zie je hier wel vaker net buiten de steden, langs de snelwegen, enorme winkelcomplexen zoals we in Nederland (nog) niet kennen. Vlakbij George is Victoriabaai, een bekende surfspot, getipt voor de mooie camping. We krijgen een prachtig plekje toebedeeld met een mooie view en een eigen douche en toilet. Voor het eerst sinds lange tijd kunnen we lekker zwemmen in de zee, luieren op het strand, de was doen en klusjes doen rond de auto. We genieten van dit plekje en blijven hier drie nachten staan. De laatste avond worden we uitgenodigd om te komen eten bij Riaan en Julie uit George, die we een paar dagen eerder hadden ontmoet in het Bontebok NP. We hebben een heel gezellige avond. Zuid Afrikanen moeten echt tot de meest gastvrije mensen ter wereld behoren!

Verder langs wilde kusten

Vanaf Victoriebaai rijden we naar Tsitsikamma, alweer een Nationaal Park, ditmaal een beschermd gebied langs de kust. Hier kun je nog zien hoe de zuidkust van Zuid Afrika er tot een paar honderd jaar geleden toe uitgezien heeft. Woeste bergen en rotsen met dichte bossen met prachtige bomen. Die bossen leverden de mooiste soorten hout op waardoor ze bijna allemaal gekapt zijn. We slapen vlak langs het strand terwijl metershoge golven pal naast ons tegen de rotsen beuken. De volgende ochtend maken we een lange wandeling langs de kust. Onderweg zien we behalve de gebruikelijke groepen gepensioneerde Duitse en Italiaanse toeristen met fancy wandelstokken, ook prachtige fel gekleurde Knysna Louries, een kleine papagaai.

Het weer werd weer slechter en in drie reisdagen zijn we vervolgens naar Port St Johns gereden. Vaak door stromende regen en soms zelfs zo fris dat we met truien aan in de auto zaten, kachel aan. (Het was nog altijd iets van vijftien graden) Dit gebied, ten zuidoosten van Lesotho wordt de Wild Coast genoemd vanwege de verraderlijke stromingen op zee. Het is een gebied dat gedurende het apartheidsregime een zogenaamd thuisland (Transkei) was en waar de (Xhosa) bevolking bijna honderd procent zwart was en is. We voelen ons weer in het echte Afrika, chaotische stadjes met overal drukte, markten, muziek, lachende en ruziënde mensen, etc. Het is ook duidelijk een veel dichter bevolkt en armer gebied. Het platteland bestaat uit groene, mistige, vrijwel boomloze heuvels vol met kleine dorpjes, hutten en schuurtjes. In Port St John hadden we wat moeite om een slaapplaatsje te vinden. Uiteindelijk hebben we heel scheef naast een ‘backpackers’ gestaan waar we ook ’s avonds in het restaurantje gegeten hebben. Ik heb als enige vis genomen wat niet zo’n goed idee was want de vis kwam er een paar uur later langs dezelfde weg maar met iets meer snelheid weer uit.

Nog meer gezelligheid

De volgende dag klaarde het weer gelukkig op en hebben we een paar uur heerlijk op het strand kunnen luieren en spelen. De volgende twee avonden staan we bij een andere backpackers, Monkey Jungle genaamd, waar we recht kunnen staan, lekker kunnen eten en met een (te) gezellige bar. De eerste avond is het meteen iets van drie uur eer we naar bed gaan. We ontmoeten hier onder andere Arthur, Petra, Moni en Stephan die ons de volgende dag uitnodigen om bij hen in Shellybeach langs te komen. Zondag doen we eerst nog een dagje school en vertrekken de volgende dag naar Shellybeach waar we hartelijk worden ontvangen door Arthur en Petra. We weten de auto net in zijn voortuintje te persen, douchen en vertrekken daarna naar vrienden van hen, Herald en Louise, waar we aanschuiven bij een braai, speciaal voor ons georganiseerd.

Al met al blijven we drie nachten staan, overdag school doen, dagboeken schrijven en internetten en ‘s avond met zijn allen lekker eten en kletsen. Onze kinderen spelen met hun kinderen Brandon en Tamara, en hebben ook een leuke tijd. Het koude natte weer van een week geleden is veranderd in tropisch vochtig weer met ’s avonds enorme onweersbuien en veel regen. Onze buikjes beginnen inmiddels aardig aan te zetten, het de hoogste tijd om weer eens in beweging te komen voordat we niet meer in de gordels passen en Kasa door zijn veren zakt. We nemen afscheid van al die aardige mensen hier en rijden verder naar het noorden richting Durban, hoofdstad van Kwazulu Natal.

Voor het snorkelen tussen tropische visjes

Midden in het centrum van Durban parkeren we de auto en gaan een visum halen voor Mozambique. Ik had het consulaat ’s-morgens al gebeld en mij laten vertellen dat we aan de grens in het Krugerpark geen visums zouden kunnen kopen. Later bleek dat helemaal niet waar te zijn, sterker nog: het visum aan de grens was meer dan helft goedkoper aan de grens. Later realiseer je je dan dat we ook helemaal geen reçu hebben gekregen en dat de goede man die avond waarschijnlijk erg lekker heeft gegeten.

Via een tussenstop in Salt Rock bereiken we de dag erna St Lucia NP. Dit is een bijzonder nationaal park tussen de oceaan en enkele grote lagunes. Langs de kust hoge beboste duinen en daar achter uitgestrekte drassige grasvlaktes en lagunes. Een ideaal gebied voor buffels, nijlpaarden, krokodillen, waterbokken en allerlei kleine hertachtigen. We kunnen weer een paar nieuwe soorten aankruisen. We blijven twee nachten op de camping staan waar net dat weekend ook een groep vissers kamperen in verband met een viswedstrijd. Wij profiteren er ook van want we krijgen een paar stukken dorado aangeboden, een heerlijke vis. Vlak aan het strand zijn wat kleine rifjes waar we voor het eerst kunnen snorkelen tussen tropische visjes. Veel is het nog niet maar Pieter en Janne zijn heel enthousiast. Na St Lucia rijden we via een mooie weg door het land van de Zoeloes verder naar het noorden naar het land van de Swazi’s, naar het nabijgelegen Swaziland.

202